Een beetje geldstress maakt het verschil

Zoals je kunt lezen in andere verhalen ben ik ooit begonnen aan een persoonlijke financiële stresstest. In eerste instantie dacht ik dat dit tijdelijk zou zijn. Vervolgens liep het jaren.

Deze maand heb ik er punt achter gezet. Ik ga me er niet meer helemaal door laten begrenzen. Een beetje wel, want ik ben van mening dat het je scherp houdt. Dat ik nu beter weet hoeveel iets kost, wanneer ik puur naar de prijs kijk.

Voordat ik aan die test begon had ik bij sommige zaken niet goed in de gaten hoeveel van mijn inkomen daaraan op zou gaan, puur omdat ik voor een deel niet van mijn inkomen leefde. Nu ging, zoals je kunt lezen in die eerdere verhalen, een hoop van dat geld naar goede doelen. Daar heb ik nog steeds geen spijt van. Desalniettemin realiseer ik me nu wel des te meer hoeveel geld ik daar aan ‘uitgaf’.

Inmiddels, na 2 1/2 jaar, kan ik zeker stellen dat ik tevreden ben met mijn uitgavenpatroon en dat ik dit goed in de hand heb. Ik weet echt waar mijn geld naar toe gaat en sta achter zo’n beetje elke transactie. Ja, het klopt, wanneer een transactie niet naar mijn zin is, kan me dat wel frustreren.

Daarnaast heeft het ook weinig zin voor mij om nog langer uitgebreid te sparen voor zaken, omdat ik weet dat ik op een gegeven moment meer mag gaan betalen voor mijn eigen bijdrage aan het CAK. Aangezien er dan niet bij wordt gehouden wat mijn bijdrage aan het rijk zal zijn en ik geen invloed heb op hoe het besteed kan worden, kan ik beter bedenken waar ik het aan uit zou geven.

Dat vind ik lastiger dan je wellicht zou denken. Ik zeg wel eens:

Geld uitgeven wat je hebt, kan iedereen. Geld zinnig uitgeven kan niet iedereen.

Johan Zijlstra

Geld doneren is vaak zinnig. Ik draag graag mijn steentje bij. Daarom deed ik dat graag. Alleen leef ik wel van een uitkering en blijkbaar is het dan niet gepast om te doneren, omdat je zelf voor een deel een goed doel bent. Los van het feit dat dit effect heeft op mijn gemoedstoestand om een goed doel te zijn, weet ik ook niet zo goed waar ik het geld dan goed aan kan besteden dan op manieren dat ik nu al doe.

Nee, ik geef niet veel geld uit, want ik leef van mijn uitkering. Ik wil een bestedingspatroon dat past bij mijn inkomen, niet bij mijn vermogen. Hieruit vloeit voort dat ik dus meer incidentele uitgaven wil gaan doen. Dat vind ik ook best lastig, want gebruiksvoorwerpen en spullen liggen dan voor de hand. Deze producten mogen dan wellicht geen consumptieartikelen zijn, ze zorgen er wél voor dat mijn ecologische voetafdruk omhoog gaat.

Laatst had ik het idee om een monitor met 2 computers te kopen en mijn huidige iMac terug te verkopen aan mijn leverancier. Ik ben hier om verscheidene redenen niet mee doorgegaan. Het was echter wel een goede grote incidentele uitgave. Alleen door mijn iMac langer te gebruiken kan ik ook beschikken over twee besturingssystemen en mee blijven spelen zonder dat mijn ecologische voetafdruk omhoog gaat.

Natuurlijk kan ik nu wel heel makkelijk zaken vervangen wanneer ze versleten zijn. Zo heb ik laatst een nieuwe jas gekocht, ervoor gezorgd dat mijn nuraphone een vervanger had en momenteel ben ik ermee bezig dat ik een muziek streamer via Marktplaats binnen krijg. Hiermee wil ik muziek én podcasts streamen via de versterker, zoals ik kon voordat ik mijn tv had.

Dat maakt me overigens erg gelukkig. Dat ik alle spullen die ik in mijn bezit heb, makkelijk kan vervangen. Soms is geld daarvoor niet genoeg overigens, want het komt voor dat apparaten niet meer geproduceerd worden, zoals bij die nuraphone het geval is. Hierdoor kon ik het wel weer goedkoper krijgen.

Echte geldstress heb ik dus nog steeds niet. Ik bezuinig zelden op de zaken die ik echt belangrijk vind en nog steeds houd ik geld over. Ik leef en besteed heel bewust. Het helpt ook dat ik weinig geef om statussymbolen, snacks & snoep. Ergens best vreemd, want ik gebruik en geef om Apple apparaten. Later deze avond zal ik ook echt wel genieten van mijn rempejeh. Mocht je mijn voorraadkast open doen, zou je ook niet geloven dat ik weinig snoep.

Natuurlijk weet ik niet hoe lang ik deze levensstijl vol kan houden en hoeveel geld ik af mag gaan dragen aan de overheid. Dat is allemaal nog ongewis en in de toekomst. Ik kan het ook maar deels voorkomen. De vraag is vooral of ik het beter kan besteden. Op het moment dat ik dit type hebben we ‘nog’ een demissionair kabinet en is de formatie niet voltooid. Laat staan dat ik weet wat voor regering we zullen hebben over jaren vanaf nu. Alleen voor de langere termijn plannen vind ik nu eenmaal prettig.

Zijn er wellicht methodes waarmee ik mijn toekomstige zelf goed kan ondersteunen? Er zijn jaren geweest waarin ik meedeed aan crowdfunding projecten via o.a. Kickstarter. De reden dat ik op die website ben gegaan is onder andere een van mijn favoriete gebruiksvoorwerpen: mijn fietsklikkratje. Tegelijkertijd heb ik ook projecten gesteund die minder handige zaken op de markt brachten, maar ik ben nog steeds blij met eeears en mijn nuraphone.

De klassieker waar je gelukkig van wordt wanneer je er geld aan uitgeeft, is natuurlijk ervaringen. Wat dat betreft ben ik blij dat ik nog steeds hele leuke spellen voor de boeg heb, zoals Marvel’s Spider-Man 2 en Pokémon Violet: The Indigo Disk. Ik weet dat ik hier goed van kan genieten, wanneer ik eenmaal de rust en tijd neem om hiervoor te gaan zitten, lekker voor de tv. Dat is ook zo’n aankoop waar ik nog steeds van geniet.

Laat ik even zeggen dat ik heel dankbaar ben voor het leven dat ik nu mag leiden. Binnenkort komen er bijvoorbeeld ook weer 2 albums binnen van Lenka, een artiest waarvan ik blind haar albums kan kopen. Dat vind ik zo prettig, dat je weet dat je ergens in de toekomst ergens goed van kunt gaan genieten. Een van mijn favoriete bezigheden is dan ook luisteren naar mijn favoriete afspeellijst. Dat maakt me zo blij, ik doe dat nu ook.

Zo’n reflecterend stuk als dit is ook nog eens erg fijn om te typen. Ik heb namelijk laatst een nieuw toetsenbord gekocht om ervoor te zorgen dat mijn werkplek, achter mijn iMac, wat meer ergonomisch verantwoord is. Wanneer het om mijn gezondheid gaat, ben ik goed in staat om te investeren. Zo gebruik ik ook prijzige shampoo, omdat ik niet terug wil naar de anti roos shampoo die ik ooit eerst gebruikte, dat was niet goed voor mijn hoofdhuid.

Het is makkelijker geld uit geven wanneer je weet dat je het echt kunt missen. De verwachting is dat ik volgende week glasvezel ga krijgen, via Freedom nog wel. Ik heb best wat moeite mogen doen om daar bij te kunnen blijven, maar het is gelukt. Ik ben benieuwd of het zo fijn gaat zijn zoals ik verwacht.

Omdat ik het heb, is het makkelijker. Daarom behoud ik een deel van de stresstest. Ik blijf aan het eind van de maand afromen. Ik gebruik meerdere IBANs waar ik zonder gevolg geld vanaf kan halen. Ik heb wel eerder deze week automatisch budgetteren ingesteld. Ik ben benieuwd of dat bevalt. Daar ga ik de komende maanden nog wat mee spelen.

Mocht je in een soortgelijke situatie zitten zoals ik dan kan ik zo’n financiële stresstest adviseren. Alleen zijn er bijzonder weinig mensen die in zo’n situatie zoals ik zitten. Daarom maak ik er het meeste van. Je kunt het tenslotte niet over doen. Dat betekent zeker niet dat ik de dag ga plukken of beweren dat je slechts eenmaal leeft, want ik geloof dat je verder leeft in de harten van andere mensen. Daarom wil ik ook graag dat dit blog na mijn dood blijft bestaan, omdat mensen dan terug kunnen lezen hoe ik over zaken dacht.

Daar investeer ik namelijk nu al in.

De concentratie van Lithiumcarbonaat in de hersenen – deel 1: De Twijfel

Voor mijn werk als moderator op het platform BovenJan kwam ik in aanraking met een nieuwsbericht dat op deze website geplaatst werd. Dit nieuwsbericht was een doorplaatsing van dit artikel op PsyQ:

https://www.psyq.nl/actueel/-/voorspellen-wie-baat-heeft-bij-lithium-bij-bipolaire-stoornis

Aangezien dit artikel vrij beknopt is, ga ik er voor het vervolg van dit artikel vanuit dat je het gelezen hebt.

Dit artikel maakte bij mij nogal een impact. De lithiumconcentratie in het bloed, die spiegel die bij mij altijd zo stabiel is, zegt wellicht weinig over de concentratie van lithiumcarbonaat in de hersenen?

Ik wilde meer weten. Daarom heb ik uiteindelijk de psychiater achter het onderzoek benaderd en gevraagd of ze iets voor mij kon betekenen. Dat was helaas niet het geval. Vervolgens vroeg ze of ik mee wilde werken aan het onderzoek. Dat wil ik wel. Het kan namelijk zo zijn dat dit onderzoek ervoor kan zorgen dat mensen die gaan beginnen met Lithiumcarbonaat beter kunnen achterhalen of het slikken van de bijbehorende tabletten de beoogde werking kunnen gaan hebben.

Voordat ik bekend was met dit onderzoek ben ik er altijd vanuit gegaan dat de ‘lithiumspiegel’, de lithiumwaardes in het bloed, veelzeggend waren of het goedje adequaat zijn werk deed. Dat dit dus niet het geval zou kunnen zijn, heeft bij mij een zaadje van twijfel geplaatst over hoe goed Lithiumcarbonaat bij mij werkt. Er zijn nogal wat aanleidingen om daar aan te twijfelen namelijk.

Zo ben ik pas echt stabiel geworden sinds ik Olanzapine slik. Daar ben ik mee begonnen tijdens mijn laatste opname. Dat was in 2012. Sindsdien ben ik niet meer opgenomen geweest of manisch geweest. Daarvoor ben ik meerdere keren opgenomen geweest, terwijl ik gewoon Lithiumcarbonaat slikte. Zoals gezegd is de lithiumspiegel vrij stabiel, dus daar kan het niet aan liggen.

Het probleem is dus dat ik nog nooit Olanzapine zonder Lithiumcarbonaat heb geslikt. Er is letterlijk geen dag voorbij gegaan sinds mijn opname waarin ik één van de twee niet heb geslikt. Ik kan hierdoor niet weten welke van de twee mij stabiel houdt en/of ze dat samen doen. Dat laatste is dus waar ik altijd en vooralsnog vanuit ging, alleen daar heb ik nu dus twijfel over.

Aangezien ik bekend ben met keuzestress, vind ik dat niet fijn. Wanneer je daarbij optelt dat dit gaat over mijn manier van leven, mijn gezondheid en hoe dit gaat zijn in de toekomst dan komen de problemen die worden veroorzaakt door het slikken van Lithiumcarbonaat toch wel wat meer op de voorgrond te staan. Voorheen heb ik dat altijd als ondergeschikt beschouwd, omdat je bij een kwestie van leven of dood je bijwerkingen als minder belangrijk gaat beschouwen.

Alleen mijn leven zou zoveel beter zijn zonder die bijwerkingen.

Bij mij slaat het vooral op mijn huid. Ik heb acné, ik heb een droge huid, ik heb roos, ik heb iets achter mijn oren dat er niet thuis hoort. Daarnaast heb ik veel dorst, vaak een droge mond en heb ik last van gloeien. Het ergste is wellicht het beven. (Ook wel bekend als tremor.)

Ik heb reinigingsschuim voor mijn huid. Ik gebruik ook een fruitzuurlotion. Ik heb ooremulsie voor achter mijn oren. Ik word al jaren behandeld door huidtherapeuten. Ik heb een speciale shampoo. Ik drink heel veel kraanwater. Wanneer ik gloei eet ik gezouten pinda’s om ervoor te zorgen dat mijn Lithiumspiegel daalt. Alleen tegen het beven heb ik niets.

Het is vooral de combinatie van dit alles waar ik nu tegenaan loop. Het is niet één dingetje. Ik had dit alles geaccepteerd, omdat ik dacht dat dit er eenmaal bij hoorde. Dat dit gewoon mijn leven was. Dat ik geen keuze had.

(…)

Die zekerheid ben ik kwijt. Natuurlijk kan ik gewoon doorgaan. Doen alsof ik deze kennis niet tot me genomen heb. Alleen ik wil het gewoon weten. Ik wil weten óf er een methode bestaat. Een methode waarmee ik achterhaal of de Lithiumcarbonaat iets voor mij doet of mij enkel narigheid bezorgd.

Alleen kom ik bij het onderzoek enkel in aanmerking als controle persoon. Ze kunnen mij zelf niet helpen. Daar ben ik mij van bewust. Alleen ik slik nu 20 jaar Lithiumcarbonaat en ik wil het niet nog 10 jaar slikken om er dan pas achter te komen dat ik zonder had gekund. Dat kan ik mezelf niet aan doen. Dat zou ik mezelf nooit vergeven.

Boekrecensie: ‘The End of Scarcity’

Vandaag heb ik het boek ‘The End of Scarcity‘ van Kristen Ragusin uitgelezen. In deze recensie ga ik proberen uit te leggen waarom ik het zo’n fantastisch boek vind. Het is een vorm van creatieve non-fictie.

Het boek gaat over twee personen. De ik-persoon is Kristen zelf. De andere is Sam, mijn favoriete personage. Samen gaan ze op onderzoek naar hoe geld werkt, waarbij veel aandacht wordt gegeven aan waarom geld als schuld zo slecht werkt.

Doordat het boek voornamelijk bestaat uit gesprekken en er geen formules, tabellen of sommen in voorkomen is het super toegankelijk en leest het fantastisch. Het enige jammere is dat het boek in het Engels is. Als het aan mij ligt komt daar snel verandering in.

In het begin van het boek staat een citaat dat vertaald als volgt gaat:

Er is niets met meer kracht dan een idee waarvan de tijd is gekomen.

Victor Hugo

Dit gaat daadwerkelijk op voor het boek. Indien genoeg mensen te weten komen wat er in het boek staat dan kunnen we als Mensheid daadwerkelijk een nieuwe periode ingaan. De samenleving kan zich dan opnieuw uitvinden.

Het boek beslaat 16 hoofdstukken. In deze hoofdstukken komen allerlei facetten van het geldstelsel in de Verenigde Staten en andere landen naar voren. Er wordt zelfs specifiek benoemd waarom het ontwerp van het geldstelsel van de eurozone zo slecht is.

Al meer dan 10 jaar houd ik mijzelf bezig met het onderwerp ‘geld’ en toch heeft dit boek mij op veel vlakken weten te verbazen. Vooral hoe makkelijk het lijkt te zijn om gegevens tot je te nemen als 2 mensen in een boek de dialoog met elkaar aangaan. Dat ze het bijna voortdurend met elkaar eens zijn, is niet eens storend, omdat ze steeds zinnige zaken zeggen.

Het boek neemt je aan de hand. Het legt uit wat er mis is met de manier waarop we omgaan met geld. Sterker nog, het beargumenteert dat, wat wij als ‘geld’ zien, strikt genomen niet eens geld is. Bovendien legt het boek ook nog eens uit dat niemand hier schuldig aan is. Dat iederéén er baat bij heeft als we het huidige stelsel achter ons laten.

Gek genoeg geeft het boek ook aan dat het een kwestie van tijd is. Het honderdste aap effect zou hier toe leiden. Dit is een van de weinige punten waar ik kritiek op het boek heb, want dat effect is nooit wetenschappelijk bewezen.

Toch lijkt het me voor de hand liggend dat wanneer meer mensen het boek gaan lezen het gedachtegoed zichzelf als een olievlek zal gaan verspreiden. Puur omdat de kennis die dit boek bevat erg indrukwekkend is.

Terwijl ik deze recensie aan het schrijven ben, begint nog steeds, beetje bij beetje, bij mij binnen te sijpelen hoe groot de impact van dit boek kan gaan worden. Het boek mag overigens dan wel toegankelijk zijn, ik heb er wel 12 uur over gedaan om het te lezen. Neem dus de tijd om het te lezen, want de kans dat het je nieuwe inzichten opdoet tijdens het lezen is aanzienlijk.

Iedereen die wil weten waarom de wereld geregeerd wordt door geld, kan ik dit boek aanraden. Je zult begrijpen waarom de verandering noodzakelijk is én waarom de komende veranderingen nu pas plaats kunnen vinden. Geld is verre van neutraal.

Tijdens het lezen heb ik gebruik gemaakt van het EPUB e-book.

… ik leef wel net boven het bestaans-minimum

In dit stuk:

Het eerste verhaal over dit onderwerp

leg ik uit wat ik gedaan heb.

In het vervolgstuk:

Het tweede verhaal over dit onderwerp

leg ik uit waarom ik mezelf niet arm vind. Daarnaast vertel ik waarom ik de stresstest verlengd heb en wat voor effecten dit heeft gehad op mijn financiën.

In dit stuk lees je waarom ik nooit echt heb beseft dat ik vlak boven het bestaansminimum leef.

Dat is ergens best vreemd, aangezien ik arbeidsongeschikt ben en van een Wajong-uitkering leef. Toch heb ik nooit de indruk gehad dat ik arm was. Alleen als je puur naar mijn inkomen kijkt, 75% van het minimumloon, dan ben ik dat wel.

Er zijn overigens meerdere redenen waarom ik mij nooit arm heb gevoeld. Of, beter gezegd, waarom ik nooit een tekort aan geld heb gehad.

Ten eerste heb ik veel vaste lasten niet. Ik betaal geen gas, elektriciteit, water of huur. Daarentegen betaal ik wel een eigen bijdrage aan het CAK. Nu weet ik niet of dit ooit gelijkwaardig was qua kosten, maar ik verwacht dat dit met de prijsstijgingen / inflatie van de laatste maanden niet meer het geval is, ondanks de prijsplafonds.

Ten tweede ben ik vrij zuinig. Ik vind het daadwerkelijk moeilijk om geld uit te geven aan zaken die ik minder waardevol acht. Daarnaast ben ik over het algemeen niet impulsief en doe ik dus ook bijbehorende aankopen niet. Tenzij ik hypomaan ben, dan verandert dat.

Ten derde heb ik, nadat ik strandde in het VWO, geen dure studie meer gedaan. Al dat geld dat daarvoor gespaard was, is indirect nog steeds tot mijn beschikking.

Ten vierde heb ik een eenpersoonshuishouden. Dat klinkt minder belangrijk en dat is het natuurlijk ook. Totdat je denkt aan reden #2. Aangezien ikzelf bepaal wat ik in huis haal, heb ik hier in grote mate controle over. Het aantal abonnementen dat ik heb, ligt dan ook vrij laag. Voorheen doneerde ik méér dan dat ik geld uitgaf aan sommige abonnementen.

Natuurlijk is er een groot verschil tussen je arm voelen en arm zijn. Ik vind nog steeds van mezelf dat ik niet arm ben. Ik kan zo’n beetje alles kopen dat ik wil. Ja, sommigen zouden zeggen dat ik niet veel wil. Dan zouden ze gelijk hebben.

Althans, dat is natuurlijk hoe je ernaar kijkt. Er zijn genoeg zaken die ik wil. Genoeg dingen die ik wil doen. Naast geldfilosoof kan ik mezelf ook wel tijdfilosoof noemen. Er is een ding met tijd en dat is dat je het niet kunt kopen. Je kunt hoogstens iemand voor je laten werken.

Het moeilijkste dat ik vond om te ontdekken over mezelf tijdens dit proces van de ‘persoonlijke financiële stresstest’ is dat ik geld graag gebruik om zaken (mede) mogelijk te maken en daarbij soms van mijn eigen normen en waarden ben afgestapt. Zo doneerde ik indirect spaargeld. Daarnaast deed ik mee aan crowdfunding projecten waarvan je je af kunt vragen waarom ik dat deed.

Ergens heeft dat te maken met mijn zelfbeeld. Alsof ik het idee heb dat ik al dat geld niet waard ben. Het zou kunnen komen door het feit dat ik er niet voor gewerkt heb. Alleen… ik gun iedereen een basisinkomen, waarom mijzelf dan niet?

Door te doneren gaf ik mezelf het gevoel dat mijn bestaan uitmaakte. Dat er iets zinnigs werd gedaan met mijn geld. Dat mis ik nu. Hierdoor is de nadruk op het doen van zinnige uitgaven nog groter geworden. Tenslotte maak je in kapitalisme vooral impact door wat je juist níet koopt. Laat ik daar nu juist een ster in zijn.

Tegelijkertijd wordt daardoor mijn leven vooral getekend door de zaken die ik allemaal niet doe. Hierdoor heb ik een lage ecologische voetafdruk. Betekent dit dat men mij op die manier zal herinneren? Als een persoon met een lage ecologische voetafdruk?

Dat durf ik te betwijfelen.

Ondanks dat ik arbeidsongeschikt ben en een laag inkomen heb, heb ik in het verleden nooit gekeken naar inkomens van anderen. Daarom heb ik ook nooit opgezocht hoeveel inkomen ik daadwerkelijk had – in vergelijking met anderen. Het is niet in me opgekomen om daarnaar te gaan kijken. Hierdoor wist ik niet beter en dacht ik zelfs dat Wajong 100% minimumloon was, omdat ik er van rond kon komen.

Het voelt nog steeds raar om dat een prestatie van mezelf te zien, gezien de redenen die ik eerder noemde. Mijn zuinigheid verklaart het tenslotte maar deels. Het betekent wél dat dit een vaardigheid is die ik mijzelf eigen heb gemaakt. Daar zou ik op zich trots op mogen wezen. Dat ben ik niet.

Want ik weet natuurlijk niet of ik net zo weinig geld uit zou geven of net zo bewust indien ik méér geld zou hebben. Weinig geld uitgeven als er weinig geld binnenkomt is natuurlijk stukken makkelijker dan geld niet uitgeven dat je wel hebt. Vanaf deze maand, januari 2023, stijgt het minimumloon en dus ook mijn uitkering.

De kwestie die zich nu voordoet is wat ik ga doen met dat beetje extra geld dat nu tot mij beschikking komt. Ga ik mijn extra inkomen zinnig besteden? Zal ik nog steeds spaarzaam zijn?

Zo heb ik al besloten dat ik in plaats van wekelijks per maand ga sparen en dat ik dit bedrag later deze maand met 10% ga verhogen, omdat het minimumloon ook met 10% omhoog gaat. Dat is alleen pas de 23e. Mijn zorgtoeslag is al wel omhoog gegaan – ik kan er bijna mijn hele zorgpremie mee betalen.

Er zal dus nog minstens een 4e stuk komen waarin ik zal vertellen hoe mijn financiën er dan voorstaan.

Ik ben niet arm! Alleen…

In dit stuk:

heb ik gezegd dat ik de stresstest niet zou verlengen. Dat heb ik alsnog wél gedaan. Om dit stuk te kunnen volgen is het noodzakelijk om bovenstaand stuk te hebben gelezen, omdat daarin beschreven staat hoe ik mijn financiële stresstest heb vormgegeven.

De reden dat ik de test alsnog heb verlengd, is omdat ik tóch overtuigd raakte van het argument dat je het pas echt kunt testen als je het een jaar lang doet. Inmiddels zijn we meer dan een jaar verder, dus kan ik eindelijk echt de balans opmaken.

Kortweg komt het er inderdaad op neer dat ik geld aan het rondpompen was. Dat ik dit kón doen, geeft al aan dat ik niet arm ben. Alleen geeft het ook behoorlijk aan dat ik niet financieel zelfredzaam was op basis van mijn inkomen. Dat is natuurlijk niet handig.

Daarom heb ik besloten om, nadat me dit geadviseerd was, te stoppen met doneren. Daar heb ik het eerlijk gezegd nog steeds moeilijk mee, want ik vond het leuk en/of fijn om te doneren. Dat gaf me een beetje het gevoel dat ik impact maakte, hoe klein het ook mocht zijn.

Aangezien ik dit pas type ruim nadat het jaar voorbij is, kan ik inmiddels ook wel wat over mijn jaaruitgaven zeggen. Veel bedragen die ik niet kon en/of wilde betalen van mijn lopende ‘bunqrekening’ heb ik betaald van de IBAN ‘Vrij Parkeren’. Abonnementen die ik per (2) jaar betaal bijvoorbeeld.

Over het algemeen heb ik reiskosten daarop geboekt. Tenslotte betaal ik mijn dalurenkaart ook per jaar. Wat me daarbij opviel is dat ik mijn vakantiegeld verspreid over het jaar uitgeef. Om hier zeker van te zijn, blijf ik voorlopig de test uitvoeren, zodat ik kan zien of ik nu wel / nog steeds rond kan komen.

Voordat ik met deze tests begonnen was, realiseerde ik me niet hoeveel impact bijvoorbeeld het ‘Eigen Risico’ heeft op mensen met mijn inkomen. Door de onverwacht hoge uitgaven die je kunt hebben doordat het eigen risico aangesproken wordt, ben je in het eerste half jaar in een maand soms zo veel geld kwijt dat je die maand niet rond kunt komen als je geen buffer hebt.

Dat vond ik wel een akelige ontdekking. Natuurlijk is dit de reden dat je het eigen risico gespreid kunt betalen van februari t/m november. Het liefst wil ik het in januari helemaal in zijn geheel betalen, zodat ik er de rest van het jaar geen omkijken meer naar heb. Dat ik daartoe in staat ben, geeft wederom aan dat ik niet arm ben. Ik betaal wel meer zaken per jaar, grotendeels omdat ik dan ook korting kan bedingen.

Zoals ik tijdens de eerste test merkte dat ik op uitgaven moest gaan letten, ben ik nu ook op uitgaven gaan letten om te kijken of ik het jaar kon halen. Hiervoor heb ik soms wel met potjes moeten schuiven… en heb ik uitzonderingen gemaakt voor grote zaken die ik echt wilde hebben en heb ik ‘De Zilvervloot’ 1 of 2 keer aangesproken, omdat het anders niet lukte. Inmiddels heb ik die IBAN al een half jaar niet aangeraakt.

In een van de eerdere versies van dit blogstuk heb ik overwogen om het de titel ‘Doen alsof je arm bent’ mee te geven. Daar heb ik aan zitten denken, omdat ik dat een beetje doe. Er zijn namelijk meerdere momenten per maand, nu ook nog, waarbij ik een uitgave niet doe, omdat ik dan niet zeker weet of ik het einde van de maand haal. Daarbij voel ik ook de bijbehorende geldstress.

Alleen … die geldstress is een beetje nep. Tenslotte weet ik dat ik niet écht in de problemen kom als ik een uitgave niet kan doen of als ik een bepaalde uitgave juist wél doe. Toch vind ik het fascinerend hoeveel zo’n langdurige test als dit impact heeft op mij en mijn uitgavenpatroon.

Nu was ik sowieso al wel bewust van wat ik ongeveer gedurende een jaar uitgaf, maar bij veel zaken ‘voelde’ ik het niet zo en had ik amper connecties zoals:

Wanneer ik de komende tijd hier minder geld aan uitgeef, dan kan ik wel geld uitgeven aan…

Johan Zijlstra

Dat heb ik nu wel. Door dit soort zelfreflecties over geld kan ik mij beter inbeelden hoe het is om rond te komen van alleen mijn, lage, inkomen. Alleen kan ik het echte gevoel van geldstress slechts benaderen, want ik kom niet in de problemen als ik mijn maandelijkse test niet haal. Er zijn geen consequenties.

Nu ik ook een jaar lang mijn financiën getest heb, kan ik wel vertellen dat zo’n maandelijkse test inderdaad niet representatief is. Dat iemand een maand lang van een laag inkomen kan leven terwijl die persoon weet dat ie daarna weer zijn eigen inkomen terug krijgt, zegt heel weinig. Pas wanneer je voor langere tijd áfhankelijk bent van een laag inkomen, weet je pas hoe het écht voelt.

Zoals gezegd ben ik doorgegaan met het experiment. Dat is niet omdat ik verwacht nog veel ontdekkingen te doen. Het is vooral omdat ik het eens ben met het idee dat ik voor mijn maandelijkse uitgaven moet kunnen bouwen op mijn maandelijkse inkomen. Dat gaat me inmiddels wel lukken.

Op het moment dat ik de zorgtoeslag binnen krijg, boek ik het saldo, dat ik vlak daarvóór op ‘bunqrekening’ had staan, over naar ‘Vrij Parkeren’. Elke week spaar ik ook een vast bedrag dat ik overboek naar ‘Een ding’. Er zijn ook nog 2 IBAN die ik gebruik om te sparen voor twee grote jaarabonnementen zoals mijn zorgverzekering en mijn internetprovider, die ik per jaar betaal, maar daar dus wel maandelijks geld voor opzij zet – anders zou de test namelijk niet kloppen.

Overigens ben ik nog steeds van mening dat je beter zo’n test kunt doen als ik gedaan heb (als je in zo’n luxe positie zit als ik), dan dat je berekent of je het haalt. Het is wel goed om te berekenen of je het haalt, daar niet van. Alleen als je zo’n persoonlijke financiële stresstest doet, dan voel je het wel meer. Bovendien word je er ook meer mee geconfronteerd.

Natuurlijk realiseer ik me dat veel mensen niet in de gelegenheid zijn om zo’n test te kunnen doen zoals ik dat gedaan heb. Bijvoorbeeld omdat ze geen 1-persoonshuishouden hebben zoals ik dat heb of omdat ze weten dat hun inkomen gedurende het jaar kan veranderen. Niet iedereen heeft zo’n stabiel inkomen als ik.

Wat is een herstelfeest?

Een herstelfeest is een feest waarbij je viert dat je ‘hersteld’ bent.

In dit geval gaat het er om dat ik op woensdag 6 juli 2022 10 jaar opnamevrij ben. De laatste keer dat ik ontslagen ben uit een psychiatrisch ziekenhuis was dan ook op vrijdag 6 juli 2012.

Het is niet zo dat ik gedurende die 10 jaar helemaal stabiel ben gebleven. Verre van zelfs. Het is alleen wel zo dat ik sinds die tijd dus helemáál niet meer opgenomen ben geweest en dat is een prestatie op zich.

Dat heb ik zeker niet alleen gedaan. Tegelijkertijd was het zonder mijn inspanningen zeker niet gelukt. Qua medicatie is er in die tijd ook iets veranderd. Tijdens mijn laatste opname ben ik namelijk begonnen met innemen van Olanzapine.

De combinatie van Lithiumcarbonaat en Olanzapine houdt mij relatief stabiel. De dosering van de Lithium is al jaren hetzelfde en ook de bijbehorende bloeduitslagen zijn al jaren vrij stabiel. Het enige wat nog wel eens aangepast wordt is de dosering van de Olanzapine.

Op het moment dat ik ‘decompenseer’, zoals in 2020, waardoor ik toen mijn verjaardag niet kon vieren, dient de dosering te worden verviervoudigd. In dat jaar hebben we het in eerste instantie slechts verdubbeld, waardoor het juist minder goed ging. Daar hebben we van geleerd en die fout gaan we niet nog een keer maken.

Tijdens mijn herstelfeest, dat op zaterdag 16 juli 2022 plaats gaat vinden, wil ik dan ook stilstaan bij wat ik bereikt heb. Het is niet zonder opofferingen geweest. Er zijn veel zaken die ik moet laten om mijn psychische gezondheid in stand te houden. Zo vermijd ik stress zo graag mogelijk.

Het nare is dat ik ook niet goed kan functioneren zonder druk. Meestal externaliseer ik daarom zaken die ik belangrijk vind naar anderen zodat zij mij er op kunnen wijzen dat ik nog het een en ander wilde bereiken. Gelukkig lukt het mij ook vrij aardig om mijn eigen apparatuur hiervoor te gebruiken. Het is dan ook prettig dat de herinneringen app op mijn telefoon synchroniseert met die van mijn computer.

Mijn herstelfeest heeft overigens ook een andere insteek. Indien ik een feest wil geven omtrent mijn verjaardag in januari, dan dien ik rekening te houden met de volgende factoren: Corona, de bijbehorende maatregelen en de buitentemperatuur. Deze factoren zorgen ervoor dat ik niet langer fatsoenlijk mijn verjaardag meer kan vieren.

Daarom is mijn herstelfeest ook een test. Natuurlijk ben ik mij er van bewust dat de buitentemperatuur in juli ook zo zijn problemen kan geven. Bovendien is het ook een periode waarin veel mensen op vakantie zullen zijn.

Inderdaad, als de test slaagt, dan kan dit herstelfeest een jaarlijks terugkerend iets worden. Dat is een grote ‘als’ overigens. Hiervoor dient er wel aan een aantal voorwaarden voldaan te worden. Die ga ik hier overigens niet benoemen, aangezien dat de uitkomst van de test kan beïnvloeden.

Het feest begint rond 15:00 en zal tot zo’n 21:00 uur duren. Er kan niemand blijven slapen. Het is wel inclusief eten en drinken. Het zal gevierd worden op de binnenplaats van het appartementencomplex waar ik woon.

Er wordt standaard geen alcohol geserveerd, het eten zal van de vegetarische variant zijn. Muziek zal er niet worden gedraaid. Het kan wel zijn dat er, uiteindelijk, spellen gespeeld zullen gaan worden als de context en de situatie zich daarvoor lenen.

Een andere opoffering die ik doe betreft mijn huid. De Lithiumcarbonaat heeft meerdere effecten op mijn huid. Naast de acne, waar ik huidtherapie voor krijg, dien ik 2 shampoos te gebruiken om mijn hoofdhuid te behandelen. Daarnaast heb ik soms ook last van gloeien, wat ik meestal verhelp door zout te consumeren.

Elke dag medicatie slikken vind ik overigens niet zo belemmerend, maar is desalniettemin een opoffering. Het is gewoon opgenomen in een van mijn vele rituelen. Ik ben dan ook al medicijntrouw sinds 2010 – en toen ben ik gestopt terwijl ik al hypomaan of manisch wás. Het was niet de oorzaak van mijn episode, alhoewel het er wel erger door werd.

Om te illustreren wat het woord herstel betekent volgens de herstelbeweging deel ik het volgende citaat:

Herstel is een uniek en ten diepste persoonlijk proces waarin iemand zijn houding, waarden, gevoelens, doelen, vaardigheden en rollen verandert. Herstel is een manier om een bevredigend, hoopvol leven te leiden, met een zinvolle bijdrage aan de gemeenschap, ondanks de beperkingen van de aandoening. Herstel heeft te maken met het ontstaan van een nieuwe betekenis en zin in het leven, terwijl men over de rampzalige gevolgen van een psychiatrische aandoening heen groeit.

Een paar jaar geleden moest ik voor een cursus een herstelverhaal schrijven. Dat verhaal, dat hier te lezen is, eindigde ik met deze woorden:

Lang was ik bang voor mezelf en wat ik mij, mezelf en mijn omgeving aan kon doen.
Tegenwoordig ben ik nieuwsgierig naar wat ik de wereld allemaal nog te bieden zal hebben.

Inmiddels kan ik stellen dat ik steeds beter aan het ontdekken ben waarin ik waardevol ben. Ik ben tevreden met mijn leven. Ik ben gelukkig. Ik draag bij.

Wanneer je iets wil in het leven, maar het niet kunt, kun je twee dingen doen. Je kunt zorgen dat je meer kunt of je zorgt ervoor dat je minder wilt. Ik heb in mijn leven er vaak voor gekozen om minder te willen.

Ondanks dat vind ik het best frustrerend dat ik minder gedaan krijg dan anderen. Helaas moet ik echter rekening houden met mijn tempo. Dit probeer ik te compenseren met mijn zorgvuldigheid. Wat precies hetgeen is wat ik kwijtraak als ik ontremd raak.

Dus stabiel blijven is iets wat altijd in mijn achterhoofd mee zal spelen. Het is dan ook fijn dat er veel mensen in mijn leven zijn die mij scherp kunnen houden en in de smiezen hebben hoe het met mij gaat.

Want hersteld zijn is geen doel op zich, het is ook een middel. Een middel waardoor je beter kunt functioneren. Een middel waar je altijd op moet letten en dat altijd je aandacht vereist. Het is een soort van ijkpunt, waardoor je kunt zeggen dat je iets bereikt hebt.

Dat gegeven wil ik graag vieren op mijn herstelfeest.

Minder dan 500 laadcycli in 2 jaar tijd

Zoals je in mijn blog ‘Een leentoestel’ kunt lezen heb ik in 2020 de ’tweede’ iPhone SE besteld. Inmiddels is de ‘derde’ (SE 2022) op de markt. Dat vind ik maar een magere upgrade, dus ik houd het toestel dat ik heb aan.

De accu die bij dat toestel, de iPhone SE 2020 dus, kwam, had bij aanschaf / na eenmalig opladen een maximale accucapaciteit van 1870 mAh. Dat staat gelijk aan zo’n 103,3% van wat ie hoort te hebben, aldus coconutBattery. Daar was ik natuurlijk mee in mijn nopjes.

Het idee was om de eerste twee jaar te doen zonder de accu te hoeven vervangen. Dat is nu nog steeds niet nodig, dus dat is zeker gelukt. Vandaag, 25 mei 2022, heb ik het apparaat namelijk 2 jaar in gebruik.

De maximale accucapaciteit is volgens coconutBattery momenteel 1740 mAh. Volgens datzelfde programma is dat 95,6% van de capaciteit die zo’n toestel hoort te hebben als hij de fabriek verlaat. Dat is natuurlijk geweldig!

De kanttekeningen die ik daarbij moet plaatsen is wel dat de telefoon in kwestie volgens het apparaat zelf nog slechts 93% maximale accucapaciteit heeft. Dat is ergens ook wel logisch, aangezien ze daar meestal de laagst gemeten capaciteit neerzetten. De capaciteit van een accu fluctueert namelijk, het neemt niet enkel af. Nee, ik snap zelf ook niet precies hoe dat werkt.

De telefoon is nu zo’n 469 keer volledig opgeladen geweest. 1 cyclus is overigens 1 x, in totaal, 100 % laden van de accu. Dat hoeft overigens niet in 1 keer te zijn, 2x 50% laden is ook slechts 1 laadcyclus. Dat is mooi, want je kunt lithium ion accu’s het beste tussen de 20% en 80 % opgeladen houden. De functie ‘geoptimaliseerd opladen’ helpt daarbij – en dat gebruik ik dan ook.

De telefoon wordt dan eerst tot 80% opgeladen en tegen de tijd dat je opstaat, wordt je toestel pas volledig opgeladen, om stress op de accu zo veel mogelijk te voorkomen. Het is overigens niet dat ik mijn telefoon amper gebruik of dat mijn energiebewuste gedrag mij stress geeft. Ik houd er alleen van om zuinig om te gaan met mijn apparaten.

Dat is dus gelukt en daarom type ik ook deze blogpost. Om aan te geven dat je best lang kunt doen met de accu van je telefoon als je dat graag wilt. Vanzelfsprekend zijn er mensen die nog veel langer met hun accu hebben gedaan dan ik tot dusver gedaan heb.

Ik ga ook nog steeds door met zuinig zijn. Mocht ik daarentegen tegen signalen aanlopen dat de prestaties van mijn telefoon aan het lijden zijn doordat de accu verouderd / verslechterd is, dan ga ik wel over tot het vervangen van de accu. Voor mij is dit namelijk nog steeds de een hele fijne telefoon.

Dat gezegd hebbende moet ik erkennen dat ik achteraf gezien liever een 12 mini had gekocht, maar die iPhone was toendertijd nog niet aangekondigd en slechts benoemd in geruchten, dus ik wilde daar niet op varen.

De kwestie is overigens nog wel wat er gaat gebeuren na 500 of 600 keer opladen van de accu. Meestal gaat de maximale capaciteit dan snel achteruit. Dus ik ben benieuwd of ik daarbij ook geluk ga hebben, zoals ik met deze accu heb.

Gelukkig kan ik zo’n beetje alles wat ik wil met de telefoon die ik heb, dus ik ben tevreden en gelukkig met mijn aankoop. Dus ik zet in op minstens nog 2 jaar gebruik. Liever nog meer, dat zou leuk zijn, maar het is lastig voorspellen hoe de wereld er dan uit gaat zien…

Simpol, simpel uitgelegd

Ooit komt er een tijd waarin het mondiale bewustzijn is gegroeid. Dat mensen niet meer alleen naar nationale overheden kijken voor oplossingen. Men zal begrijpen dat zij de wereldproblemen niet meer in hun eentje op kunnen lossen.

Simpol is een concept dat hier op in gaat spelen. Het is bedacht om destructieve globale competitie (DGC) tegen te gaan. Momenteel spelen bedrijven landen tegen elkaar uit.

Het is niet alsof bedrijven dat ‘willen’. Ze weten dat als zij dat niet zouden doen, hun concurrenten dat zullen doen en dat ze hierdoor een concurrentieachterstand gaan oplopen.

Overheden die ervoor kiezen om maatregelen in te voeren die ten koste gaan van de winstgevendheid van bedrijven zullen zien dat bedrijven ervoor kiezen om hun grondgebied te verlaten. Daarom zullen overheden over het algemeen uitkijken met welke maatregelen ze komen vanwege de consequenties die daaraan verbonden zijn.

Het is een ander verhaal als een grote groep verschillende landen tegelijkertijd, simultaan, beleid in gaat voeren. De bedrijven kunnen dan niet makkelijk naar een ander land uitwijken en daarmee zijn de ‘spelregels’ ook eerlijker, omdat het voor al die bedrijven in al die landen geldt.

Op welke manier kun je er het beste voor zorgen dat er in een hoop landen hetzelfde beleid tegelijkertijd wordt ingevoerd? Door politici te belonen!
Belonen met stemmen van kiezers.

Politici kunnen namelijk, nu al, de Simpol belofte tekenen. Hiermee geven ze aan dat ze achter de plannen staan die uitgevoerd kunnen worden met behulp van Simpol.
Kiezers kunnen namelijk supporter worden van Simpol. Hiermee geven ze aan dat ze bij verkiezingen een voorkeur hebben voor een politicus die de Simpol belofte heeft ondertekend.

Tegelijkertijd zeggen ze dus indirect dat ze liever niet op een politicus willen stemmen die de belofte niet heeft ondertekend. Hierdoor is er voor politici een duidelijke motivatie om de belofte te ondertekenen, omdat ze anders wellicht stemmen mislopen!

Op welke beleidsterreinen zal Simpol gaan werken?
Simpol is mogelijk op elk terrein waarbij landsgrenzen worden overschreden en problemen niet meer op nationaal niveau kunnen worden opgelost.

Het concept van Simpol is dus voor zo’n beetje iedereen ter wereld aantrekkelijk. Overheden, politici, burgers én bedrijven kunnen er allemaal hun voordeel mee behalen. Het enige dat dit idee nog tegenhoudt is bekendheid. De noodzaak om dit idee voor ons te laten werken wordt namelijk langzaamaan politiek steeds haalbaarder, want destructieve globale competitie (DGC) stopt niet vanzelf en we zullen daar steeds meer last van gaan ondervinden.

Natuurlijk is dit, zoals gezegd, een versimpelde uitleg. In verschillende talen is een boek over Simpol uitgegeven, ook in het Nederlands. Het verspreiden van het concept Simpol wordt zeer gewaardeerd.

De zonnige kant – momentopname #1

Gaat het goed?

Het gaat goed.

Voorheen als mensen vroegen hoe het ging dan was ik schuchter met zeggen: “Goed”.

Het is namelijk vaak zo geweest dat dit maar tijdelijk was. Dan ging het wel daadwerkelijk goed met mij, op dat moment, maar daarna niet meer. Dan ging het vervolgens daarna ’te goed’.

In mijn geval betekent ’te goed’ dat ik ontremd word. Aangezien dat bij mij betekent dat ik vervolgens hypomaan word, is dat niet iets waar ik vrolijk van word. Dat dient dan weer bestreden worden met medicatieverhoging en mezelf thuis opsluiten en een manier vinden om mijn energie te kanaliseren.

Er is dus een reden waarom ik voorheen niet zo snel zei dat het goed was. Dat durf ik nu wel te zeggen, omdat anderen het eerder vaststelden. Dat wil zeggen, het gaat al langere tijd goed met mij. Dat is natuurlijk positief.

Tegelijkertijd is het natuurlijk handig om vast te leggen waarom het nu goed met mij gaat. Zodat ik later, als het weer wat minder met mij gaat, deze blogbijdrage terug kan lezen en goed kan duiden waarom het dan bijvoorbeeld weer wat minder met mij gaat.

Aangezien ik een hoge mate van zelfkennis bezit en door de decennia heen ook al aardig bekend ben geraakt met mijn bipolaire stoornis, is het voor mij ondergemiddeld lastig om vast te stellen waarom het goed met mij gaat.

Zo ervaar ik weinig stress. Dat is het belangrijkste. Omgaan met stress is lastig, zeker als het te maken heeft met onzekerheid.

Mijn emotie en ratio zijn niet in conflict met elkaar. Ze kibbelen af en toe wel wat met elkaar, maar over het algemeen zijn de interne dialogen die ik ervaar zelfs constructief te noemen. Ja, ik zou dan ook zeggen dat ik gelukkig ben.

In mijn persoonlijke leven heb ik weinig tot geen zorgen. Als ik me al zorgen maak, dan is dat via proxy. Dan maak ik me zorgen over naasten. Door de jaren heen heb ik een manier gevonden waarmee ik in dat soort situaties enige afstand kan nemen, zodat ik behulpzamer ben.

Ik maak onderdeel uit van een geheel. Dat doet natuurlijk iedereen. In dit geval bedoel ik vooral mijn werk voor Stichting Ons Geld en Simpol. Aangezien bewustwording iets is waar ik dagelijks aan werk en tevens ook mee worstel is het fijn dat ik een duidelijk afgebakende taak lever op dit gebied.

Fijne spullen. Als cyber-hippie heb ik gebruiksvoorwerpen. Als iemand die zich bewust bezig houdt met het behouden en/of verlagen van mijn ecologische voetafdruk vind ik het soms wel lastig dat ik een gamer en gadgetfreak ben. Gelukkig lukt het mij redelijk om spullen die ik koop daadwerkelijk ook te gebruiken.

Mijn materialisme stoort me soms wel eens. Inmiddels is het niet meer iets waar ik mee zit. Van sommige zaken kun je gewoon heel vrolijk worden als je ze eenmaal bezit. Van anderen word je nog vrolijker als je ze gebruikt. Ik heb gewoonlijk zorgvuldig gekozen voor de apparaten die ik heb.

Als geld filosoof moet ik tevens ook erkennen dat ik leuke dingen kan doen met het geld dat mij ‘gegeven’ is in het leven. Ondanks mijn lage inkomen ben ik goed in staat om leuke ervaringen op te doen, onder andere omdat ik goed ben in sparen.

Een andere reden dat het goed met mij gaat, is de dagelijkse gang van zaken. Over het algemeen gaat het opstaan goed, is mijn zelfverzorging tamelijk in orde en leer ik nog steeds nieuwe dingen, bijvoorbeeld bij het koken.

Het is dus een combinatie van ‘gebrek aan negatieve vrijheden’ en enkele ‘positieve vrijheden’ die mijn leven heel goed maken. Op de stress na, is er ook lastig een volgorde in te maken.

Zoals ik weleens in een ander stuk heb geschreven, voelt het alsof er een tijdperk gaat komen waarin de wereld mij veel biedt en dat ik de wereld nog veel te bieden kan gaan hebben.

‘Van wie wordt ons geld?’ recensie

Het Tweede Kamerlid Mahir Alkaya heeft het boek ‘Van wie wordt ons geld?’ geschreven en uit laten geven bij Bot Uitgevers op 3 maart 2022. Het boek is beschikbaar als paperback en e-book. Dit is mijn recensie van het boek.

Er zijn mensen die zich bezig houden met utopieën. Er zijn mensen die zich bezig houden met het voorkomen van dystopieën. Klaarblijkelijk is Alkaya in te delen in de laatste categorie. Hij geeft in het begin goed aan waar het een en ander toe zou kunnen leiden als we niets doen.

Vervolgens legt Alkaya stap voor stap uit hoe de huidige situatie is ontstaan. Dat doet hij zo treffend en met zulke mooie voorbeelden dat je haast gaat denken dat hij het zelf ontworpen heeft. Niets is minder waar, want Alkaya legt telkens de vinger op de zere plek.

De manier waarop het boek is opgebouwd is erg prettig. Sommigen zullen de inleiding (Het voorwoord en hoofdstuk 1) wellicht wat lang vinden. De drie delen die daarna volgen zijn zo zorgvuldig opgebouwd en grijpen geregeld terug naar elkaar dat je snapt waarom die lange inleiding gerechtvaardigd is.

Boeken over geld kunnen namelijk makkelijk slecht leesbaar worden. Dat is hier geenszins het geval. Dit is het meest toegankelijke boek over geld dat ik ooit heb gelezen. Zoals uit het boek blijkt, speelt er nogal wat in de wereld van het geld, maar het is niet zo dat het onbegrijpelijk is.

Je zou daardoor kunnen denken dat het inhoudelijk minder sterk is, maar het boek onderbouwt zijn kritiek, zowel op wat er gebeurd is, als op wat er nog gebeurt. Daarnaast geeft het, zoals gezegd, ook aan wat er zou kunnen gebeuren.

Het boek is zowel een goede introductie tot het onderwerp ‘geld’ als een mooie momentopname van de huidige situatie. Tevens is het te lezen als een betoog voor meer democratisch overwicht over de manier waarop geld werkt. Bijvoorbeeld ook door aan te geven wat er door (de huidige omgang met) geld nu niet werkt.

Tussen neus en lippen legt het boek ook uit hoe geld ontstaat zonder te verzanden in details. Het rare aan het boek is dat het soms haast lijkt alsof je een handleiding van het geldstelsel aan het lezen bent, maar dan geschreven in levendige bewoordingen. Het is een vaardigheid om materie zoals deze, die al gauw taai wordt, zo in de schijnwerpers te zetten.

Alkaya heeft dan ook een achtergrond als ingenieur en dat is dus te merken. Hij geeft een analyse op systeemniveau. Tegelijkertijd schetst hij de context nadrukkelijk. Het boek is daarom warm aan te bevelen.

Tenslotte willen we weer dat ons geld weer van ons wordt, nietwaar?