De zonnige kant – momentopname #1

Gaat het goed?

Het gaat goed.

Voorheen als mensen vroegen hoe het ging dan was ik schuchter met zeggen: “Goed”.

Het is namelijk vaak zo geweest dat dit maar tijdelijk was. Dan ging het wel daadwerkelijk goed met mij, op dat moment, maar daarna niet meer. Dan ging het vervolgens daarna ’te goed’.

In mijn geval betekent ’te goed’ dat ik ontremd word. Aangezien dat bij mij betekent dat ik vervolgens hypomaan word, is dat niet iets waar ik vrolijk van word. Dat dient dan weer bestreden worden met medicatieverhoging en mezelf thuis opsluiten en een manier vinden om mijn energie te kanaliseren.

Er is dus een reden waarom ik voorheen niet zo snel zei dat het goed was. Dat durf ik nu wel te zeggen, omdat anderen het eerder vaststelden. Dat wil zeggen, het gaat al langere tijd goed met mij. Dat is natuurlijk positief.

Tegelijkertijd is het natuurlijk handig om vast te leggen waarom het nu goed met mij gaat. Zodat ik later, als het weer wat minder met mij gaat, deze blogbijdrage terug kan lezen en goed kan duiden waarom het dan bijvoorbeeld weer wat minder met mij gaat.

Aangezien ik een hoge mate van zelfkennis bezit en door de decennia heen ook al aardig bekend ben geraakt met mijn bipolaire stoornis, is het voor mij ondergemiddeld lastig om vast te stellen waarom het goed met mij gaat.

Zo ervaar ik weinig stress. Dat is het belangrijkste. Omgaan met stress is lastig, zeker als het te maken heeft met onzekerheid.

Mijn emotie en ratio zijn niet in conflict met elkaar. Ze kibbelen af en toe wel wat met elkaar, maar over het algemeen zijn de interne dialogen die ik ervaar zelfs constructief te noemen. Ja, ik zou dan ook zeggen dat ik gelukkig ben.

In mijn persoonlijke leven heb ik weinig tot geen zorgen. Als ik me al zorgen maak, dan is dat via proxy. Dan maak ik me zorgen over naasten. Door de jaren heen heb ik een manier gevonden waarmee ik in dat soort situaties enige afstand kan nemen, zodat ik behulpzamer ben.

Ik maak onderdeel uit van een geheel. Dat doet natuurlijk iedereen. In dit geval bedoel ik vooral mijn werk voor Stichting Ons Geld en Simpol. Aangezien bewustwording iets is waar ik dagelijks aan werk en tevens ook mee worstel is het fijn dat ik een duidelijk afgebakende taak lever op dit gebied.

Fijne spullen. Als cyber-hippie heb ik gebruiksvoorwerpen. Als iemand die zich bewust bezig houdt met het behouden en/of verlagen van mijn ecologische voetafdruk vind ik het soms wel lastig dat ik een gamer en gadgetfreak ben. Gelukkig lukt het mij redelijk om spullen die ik koop daadwerkelijk ook te gebruiken.

Mijn materialisme stoort me soms wel eens. Inmiddels is het niet meer iets waar ik mee zit. Van sommige zaken kun je gewoon heel vrolijk worden als je ze eenmaal bezit. Van anderen word je nog vrolijker als je ze gebruikt. Ik heb gewoonlijk zorgvuldig gekozen voor de apparaten die ik heb.

Als geld filosoof moet ik tevens ook erkennen dat ik leuke dingen kan doen met het geld dat mij ‘gegeven’ is in het leven. Ondanks mijn lage inkomen ben ik goed in staat om leuke ervaringen op te doen, onder andere omdat ik goed ben in sparen.

Een andere reden dat het goed met mij gaat, is de dagelijkse gang van zaken. Over het algemeen gaat het opstaan goed, is mijn zelfverzorging tamelijk in orde en leer ik nog steeds nieuwe dingen, bijvoorbeeld bij het koken.

Het is dus een combinatie van ‘gebrek aan negatieve vrijheden’ en enkele ‘positieve vrijheden’ die mijn leven heel goed maken. Op de stress na, is er ook lastig een volgorde in te maken.

Zoals ik weleens in een ander stuk heb geschreven, voelt het alsof er een tijdperk gaat komen waarin de wereld mij veel biedt en dat ik de wereld nog veel te bieden kan gaan hebben.

‘Van wie wordt ons geld?’ recensie

Het Tweede Kamerlid Mahir Alkaya heeft het boek ‘Van wie wordt ons geld?’ geschreven en uit laten geven bij Bot Uitgevers op 3 maart 2022. Het boek is beschikbaar als paperback en e-book. Dit is mijn recensie van het boek.

Er zijn mensen die zich bezig houden met utopieën. Er zijn mensen die zich bezig houden met het voorkomen van dystopieën. Klaarblijkelijk is Alkaya in te delen in de laatste categorie. Hij geeft in het begin goed aan waar het een en ander toe zou kunnen leiden als we niets doen.

Vervolgens legt Alkaya stap voor stap uit hoe de huidige situatie is ontstaan. Dat doet hij zo treffend en met zulke mooie voorbeelden dat je haast gaat denken dat hij het zelf ontworpen heeft. Niets is minder waar, want Alkaya legt telkens de vinger op de zere plek.

De manier waarop het boek is opgebouwd is erg prettig. Sommigen zullen de inleiding (Het voorwoord en hoofdstuk 1) wellicht wat lang vinden. De drie delen die daarna volgen zijn zo zorgvuldig opgebouwd en grijpen geregeld terug naar elkaar dat je snapt waarom die lange inleiding gerechtvaardigd is.

Boeken over geld kunnen namelijk makkelijk slecht leesbaar worden. Dat is hier geenszins het geval. Dit is het meest toegankelijke boek over geld dat ik ooit heb gelezen. Zoals uit het boek blijkt, speelt er nogal wat in de wereld van het geld, maar het is niet zo dat het onbegrijpelijk is.

Je zou daardoor kunnen denken dat het inhoudelijk minder sterk is, maar het boek onderbouwt zijn kritiek, zowel op wat er gebeurd is, als op wat er nog gebeurt. Daarnaast geeft het, zoals gezegd, ook aan wat er zou kunnen gebeuren.

Het boek is zowel een goede introductie tot het onderwerp ‘geld’ als een mooie momentopname van de huidige situatie. Tevens is het te lezen als een betoog voor meer democratisch overwicht over de manier waarop geld werkt. Bijvoorbeeld ook door aan te geven wat er door (de huidige omgang met) geld nu niet werkt.

Tussen neus en lippen legt het boek ook uit hoe geld ontstaat zonder te verzanden in details. Het rare aan het boek is dat het soms haast lijkt alsof je een handleiding van het geldstelsel aan het lezen bent, maar dan geschreven in levendige bewoordingen. Het is een vaardigheid om materie zoals deze, die al gauw taai wordt, zo in de schijnwerpers te zetten.

Alkaya heeft dan ook een achtergrond als ingenieur en dat is dus te merken. Hij geeft een analyse op systeemniveau. Tegelijkertijd schetst hij de context nadrukkelijk. Het boek is daarom warm aan te bevelen.

Tenslotte willen we weer dat ons geld weer van ons wordt, nietwaar?