… ik leef wel net boven het bestaans-minimum

In dit stuk:

Het eerste verhaal over dit onderwerp

leg ik uit wat ik gedaan heb.

In het vervolgstuk:

Het tweede verhaal over dit onderwerp

leg ik uit waarom ik mezelf niet arm vind. Daarnaast vertel ik waarom ik de stresstest verlengd heb en wat voor effecten dit heeft gehad op mijn financiën.

In dit stuk lees je waarom ik nooit echt heb beseft dat ik vlak boven het bestaansminimum leef.

Dat is ergens best vreemd, aangezien ik arbeidsongeschikt ben en van een Wajong-uitkering leef. Toch heb ik nooit de indruk gehad dat ik arm was. Alleen als je puur naar mijn inkomen kijkt, 75% van het minimumloon, dan ben ik dat wel.

Er zijn overigens meerdere redenen waarom ik mij nooit arm heb gevoeld. Of, beter gezegd, waarom ik nooit een tekort aan geld heb gehad.

Ten eerste heb ik veel vaste lasten niet. Ik betaal geen gas, elektriciteit, water of huur. Daarentegen betaal ik wel een eigen bijdrage aan het CAK. Nu weet ik niet of dit ooit gelijkwaardig was qua kosten, maar ik verwacht dat dit met de prijsstijgingen / inflatie van de laatste maanden niet meer het geval is, ondanks de prijsplafonds.

Ten tweede ben ik vrij zuinig. Ik vind het daadwerkelijk moeilijk om geld uit te geven aan zaken die ik minder waardevol acht. Daarnaast ben ik over het algemeen niet impulsief en doe ik dus ook bijbehorende aankopen niet. Tenzij ik hypomaan ben, dan verandert dat.

Ten derde heb ik, nadat ik strandde in het VWO, geen dure studie meer gedaan. Al dat geld dat daarvoor gespaard was, is indirect nog steeds tot mijn beschikking.

Ten vierde heb ik een eenpersoonshuishouden. Dat klinkt minder belangrijk en dat is het natuurlijk ook. Totdat je denkt aan reden #2. Aangezien ikzelf bepaal wat ik in huis haal, heb ik hier in grote mate controle over. Het aantal abonnementen dat ik heb, ligt dan ook vrij laag. Voorheen doneerde ik méér dan dat ik geld uitgaf aan sommige abonnementen.

Natuurlijk is er een groot verschil tussen je arm voelen en arm zijn. Ik vind nog steeds van mezelf dat ik niet arm ben. Ik kan zo’n beetje alles kopen dat ik wil. Ja, sommigen zouden zeggen dat ik niet veel wil. Dan zouden ze gelijk hebben.

Althans, dat is natuurlijk hoe je ernaar kijkt. Er zijn genoeg zaken die ik wil. Genoeg dingen die ik wil doen. Naast geldfilosoof kan ik mezelf ook wel tijdfilosoof noemen. Er is een ding met tijd en dat is dat je het niet kunt kopen. Je kunt hoogstens iemand voor je laten werken.

Het moeilijkste dat ik vond om te ontdekken over mezelf tijdens dit proces van de ‘persoonlijke financiële stresstest’ is dat ik geld graag gebruik om zaken (mede) mogelijk te maken en daarbij soms van mijn eigen normen en waarden ben afgestapt. Zo doneerde ik indirect spaargeld. Daarnaast deed ik mee aan crowdfunding projecten waarvan je je af kunt vragen waarom ik dat deed.

Ergens heeft dat te maken met mijn zelfbeeld. Alsof ik het idee heb dat ik al dat geld niet waard ben. Het zou kunnen komen door het feit dat ik er niet voor gewerkt heb. Alleen… ik gun iedereen een basisinkomen, waarom mijzelf dan niet?

Door te doneren gaf ik mezelf het gevoel dat mijn bestaan uitmaakte. Dat er iets zinnigs werd gedaan met mijn geld. Dat mis ik nu. Hierdoor is de nadruk op het doen van zinnige uitgaven nog groter geworden. Tenslotte maak je in kapitalisme vooral impact door wat je juist níet koopt. Laat ik daar nu juist een ster in zijn.

Tegelijkertijd wordt daardoor mijn leven vooral getekend door de zaken die ik allemaal niet doe. Hierdoor heb ik een lage ecologische voetafdruk. Betekent dit dat men mij op die manier zal herinneren? Als een persoon met een lage ecologische voetafdruk?

Dat durf ik te betwijfelen.

Ondanks dat ik arbeidsongeschikt ben en een laag inkomen heb, heb ik in het verleden nooit gekeken naar inkomens van anderen. Daarom heb ik ook nooit opgezocht hoeveel inkomen ik daadwerkelijk had – in vergelijking met anderen. Het is niet in me opgekomen om daarnaar te gaan kijken. Hierdoor wist ik niet beter en dacht ik zelfs dat Wajong 100% minimumloon was, omdat ik er van rond kon komen.

Het voelt nog steeds raar om dat een prestatie van mezelf te zien, gezien de redenen die ik eerder noemde. Mijn zuinigheid verklaart het tenslotte maar deels. Het betekent wél dat dit een vaardigheid is die ik mijzelf eigen heb gemaakt. Daar zou ik op zich trots op mogen wezen. Dat ben ik niet.

Want ik weet natuurlijk niet of ik net zo weinig geld uit zou geven of net zo bewust indien ik méér geld zou hebben. Weinig geld uitgeven als er weinig geld binnenkomt is natuurlijk stukken makkelijker dan geld niet uitgeven dat je wel hebt. Vanaf deze maand, januari 2023, stijgt het minimumloon en dus ook mijn uitkering.

De kwestie die zich nu voordoet is wat ik ga doen met dat beetje extra geld dat nu tot mij beschikking komt. Ga ik mijn extra inkomen zinnig besteden? Zal ik nog steeds spaarzaam zijn?

Zo heb ik al besloten dat ik in plaats van wekelijks per maand ga sparen en dat ik dit bedrag later deze maand met 10% ga verhogen, omdat het minimumloon ook met 10% omhoog gaat. Dat is alleen pas de 23e. Mijn zorgtoeslag is al wel omhoog gegaan – ik kan er bijna mijn hele zorgpremie mee betalen.

Er zal dus nog minstens een 4e stuk komen waarin ik zal vertellen hoe mijn financiën er dan voorstaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.