De concentratie van Lithiumcarbonaat in de hersenen – deel 1: De Twijfel

Voor mijn werk als moderator op het platform BovenJan kwam ik in aanraking met een nieuwsbericht dat op deze website geplaatst werd. Dit nieuwsbericht was een doorplaatsing van dit artikel op PsyQ:

https://www.psyq.nl/actueel/-/voorspellen-wie-baat-heeft-bij-lithium-bij-bipolaire-stoornis

Aangezien dit artikel vrij beknopt is, ga ik er voor het vervolg van dit artikel vanuit dat je het gelezen hebt.

Dit artikel maakte bij mij nogal een impact. De lithiumconcentratie in het bloed, die spiegel die bij mij altijd zo stabiel is, zegt wellicht weinig over de concentratie van lithiumcarbonaat in de hersenen?

Ik wilde meer weten. Daarom heb ik uiteindelijk de psychiater achter het onderzoek benaderd en gevraagd of ze iets voor mij kon betekenen. Dat was helaas niet het geval. Vervolgens vroeg ze of ik mee wilde werken aan het onderzoek. Dat wil ik wel. Het kan namelijk zo zijn dat dit onderzoek ervoor kan zorgen dat mensen die gaan beginnen met Lithiumcarbonaat beter kunnen achterhalen of het slikken van de bijbehorende tabletten de beoogde werking kunnen gaan hebben.

Voordat ik bekend was met dit onderzoek ben ik er altijd vanuit gegaan dat de ‘lithiumspiegel’, de lithiumwaardes in het bloed, veelzeggend waren of het goedje adequaat zijn werk deed. Dat dit dus niet het geval zou kunnen zijn, heeft bij mij een zaadje van twijfel geplaatst over hoe goed Lithiumcarbonaat bij mij werkt. Er zijn nogal wat aanleidingen om daar aan te twijfelen namelijk.

Zo ben ik pas echt stabiel geworden sinds ik Olanzapine slik. Daar ben ik mee begonnen tijdens mijn laatste opname. Dat was in 2012. Sindsdien ben ik niet meer opgenomen geweest of manisch geweest. Daarvoor ben ik meerdere keren opgenomen geweest, terwijl ik gewoon Lithiumcarbonaat slikte. Zoals gezegd is de lithiumspiegel vrij stabiel, dus daar kan het niet aan liggen.

Het probleem is dus dat ik nog nooit Olanzapine zonder Lithiumcarbonaat heb geslikt. Er is letterlijk geen dag voorbij gegaan sinds mijn opname waarin ik één van de twee niet heb geslikt. Ik kan hierdoor niet weten welke van de twee mij stabiel houdt en/of ze dat samen doen. Dat laatste is dus waar ik altijd en vooralsnog vanuit ging, alleen daar heb ik nu dus twijfel over.

Aangezien ik bekend ben met keuzestress, vind ik dat niet fijn. Wanneer je daarbij optelt dat dit gaat over mijn manier van leven, mijn gezondheid en hoe dit gaat zijn in de toekomst dan komen de problemen die worden veroorzaakt door het slikken van Lithiumcarbonaat toch wel wat meer op de voorgrond te staan. Voorheen heb ik dat altijd als ondergeschikt beschouwd, omdat je bij een kwestie van leven of dood je bijwerkingen als minder belangrijk gaat beschouwen.

Alleen mijn leven zou zoveel beter zijn zonder die bijwerkingen.

Bij mij slaat het vooral op mijn huid. Ik heb acné, ik heb een droge huid, ik heb roos, ik heb iets achter mijn oren dat er niet thuis hoort. Daarnaast heb ik veel dorst, vaak een droge mond en heb ik last van gloeien. Het ergste is wellicht het beven. (Ook wel bekend als tremor.)

Ik heb reinigingsschuim voor mijn huid. Ik gebruik ook een fruitzuurlotion. Ik heb ooremulsie voor achter mijn oren. Ik word al jaren behandeld door huidtherapeuten. Ik heb een speciale shampoo. Ik drink heel veel kraanwater. Wanneer ik gloei eet ik gezouten pinda’s om ervoor te zorgen dat mijn Lithiumspiegel daalt. Alleen tegen het beven heb ik niets.

Het is vooral de combinatie van dit alles waar ik nu tegenaan loop. Het is niet één dingetje. Ik had dit alles geaccepteerd, omdat ik dacht dat dit er eenmaal bij hoorde. Dat dit gewoon mijn leven was. Dat ik geen keuze had.

(…)

Die zekerheid ben ik kwijt. Natuurlijk kan ik gewoon doorgaan. Doen alsof ik deze kennis niet tot me genomen heb. Alleen ik wil het gewoon weten. Ik wil weten óf er een methode bestaat. Een methode waarmee ik achterhaal of de Lithiumcarbonaat iets voor mij doet of mij enkel narigheid bezorgd.

Alleen kom ik bij het onderzoek enkel in aanmerking als controle persoon. Ze kunnen mij zelf niet helpen. Daar ben ik mij van bewust. Alleen ik slik nu 20 jaar Lithiumcarbonaat en ik wil het niet nog 10 jaar slikken om er dan pas achter te komen dat ik zonder had gekund. Dat kan ik mezelf niet aan doen. Dat zou ik mezelf nooit vergeven.

De gevolgen van Gelukzaligheid [Quli]

De weg kwijt zijn, van het padje af, met je ziel onder je arm lopen, kortom:
Als je jezelf kwijt bent, dan twijfel je aan alles.

Gelukkig ben ik daar bekend mee. Dat wil overigens niet zeggen dat ik even helemaal aan de grond zat en dat ik iemand nodig had die me erdoorheen praatte. Iemand die op het juiste moment de juiste dingen weet te zeggen. Wat is er nu precies aan de hand dan?

Dat is een lang verhaal en wat nu volgt is op zichzelf al een samenvatting van hetgeen er voor gevallen is. Afgelopen zondag was een katalysator. Voor de ingewijden, dit had een soortgelijk effect als een verliefdheid. Vandaar ook de titel van dit stuk.

Meer dan de helft van mijn leven geleden begon ik Pokémon te spelen. Aangezien dat spel uitsluitend om het maken van keuzes gaat, is dat spel uitermate geschikt voor mij. Niet voor niets is mijn levensmotto ‘Keuzes maken de Mens’. Uiteraard was ik meteen verslaafd.

Het besluit om Pokémon te gaan spelen heeft veel impact gehad op mijn leven, niet in het laatst op mijn sociale leven. Vriendschappen werden verbroken en werden geschapen. De game vereniging waarvan ik al meer dan een decennium lid ben, heb ik gevonden door een evenement dat zij indertijd op wilden stellen voor Pokémon.

Kortom, het besluit om samen het spel te gaan spelen heeft mijn leven getekend. Al die jaren ben ik me er niet bewust van geweest dat er een gemeenschap van spelers bestond in Nederland die elkaar bevochten met Pokémon. Daar kwam ik afgelopen zondag dus achter. Ik heb me dan ook goed vermaakt die dag en mijn stemming was op de terugweg zo uitgelaten dat het me niet uitmaakte dat deze 6 uur duurde.

Waarom maakt me dit dan toch zo intens verdrietig? Waarom kan ik niet meer nagenieten van zo’n speciale dag? Waarom maak ik het mezelf zo lastig?

Dat komt doordat mijn zelfvertrouwen een boost heeft gekregen en op de een of andere manier laat mijn ego dit niet toe. Het kan en mag niet zo zijn dat ik me goed over mezelf voel en dat ik trots ben op wat ik bereikt heb, hoe klein dit ook mag zijn. Ik ‘moet weten’ dat zoiets vergankelijk is en dat ik dit alleen maar kon bereiken, omdat mijn vrienden een Pokémon team voor mij hebben gemaakt. Dat ik dit helemaal niet zelf bereikt heb en dat ik zo’n prestatie niet kan verlengen en dat ik niet het doorzettingsvermogen, de daadkracht of de passie heb om verder te gaan dan ik nu ben gegaan.

Dit is voor een groot gedeelte daadwerkelijk waar. Een van de spelers die ik ontmoet heb, heeft zo’n 400 uur in het laatste spel zitten, terwijl ik iets van 75 uur heb gespeeld. Om zo goed te kunnen worden als hij, dien ik simpelweg meer te spelen. De vraag die dan naar boven komt is: ben ik bereid om zoveel tijd in het spel te steken? Wil ik mijn leven aanpassen om de beste van Oisterwijk, van Nederland, van de wereld te worden?

Nee, dat wil ik niet. Mijn leven is me veel te comfortabel zoals het nu is. Het akelige alleen is dat ik dus door een droom die uitkwam, er een grotere droom uit elkaar is gespat. Dat is dus het pijnlijke. Die grove bewustwording dat ik toch niet bereid ben om mijn leven zó aan te passen om ervoor te gaan. Wat in essentie dus betekent dat ik laf ben. Of, aardiger geformuleerd, dat ik mezelf laf vind.

Ik vind namelijk dat je voor je dromen hoort te gaan en dit is mijn oudste droom. Het is veel groter en dieper dan mijn andere passies. Ik weet niet of het mijn roeping is. Ik wil alleen niet oud en gerimpeld zijn om er dan achter te komen dat het juist een week na mijn 32e verjaardag was dat ik ontdekte dat ik wel degelijk een deuk in een pakje boter kon slaan wat betreft de Pokémon metagame.

De Video Game Championships. De enige manier om er achter te komen of dat iets voor mij is, is om het te doen. Nu ik dat gedaan heb, weet ik dat ik het leuk vind en erg aangenaam vind. Tegelijkertijd realiseer ik me dat ik nu op een vork in de weg sta. Of ik blijf met mijn vrienden gezellig (casual) Pokémon spelen of ik ga er helemaal voor en ga regelmatig mee doen met toernooien zodat ik beter word en mezelf kan verbeteren.

De gevolgen van Gelukzaligheid zijn dan dus de consequenties die dit dilemma met zich mee brengt. Ik kan niet mijn gezapige leventje houden zoals het nu is en tegelijkertijd al mijn tijd, energie & geld steken in het bedenken, maken en gebruiken van mijn Pokémon team. Welke route ik ook neem, welke weg ik bewandel, wat ik ook doe – iets moet ‘geven’. Ik kan het niet allemaal hebben…

Hopelijk heb ik het mis en bestaat er een gulden middenweg waarbij ik zo nu en dan mee kan doen aan een toernooitje en toch mijn leven kan behouden zoals het nu is. Tegelijkertijd realiseer ik me dat dat alleen zou betekenen dat ik dan voor de zoveelste keer iets halfslachtig doe. Dit alles doet mij namelijk denken aan hoe ik naar mezelf kijk en wat ik van mezelf vind.

Ik weet niet wat ik ben. Ik weet wel waar ik voor sta, maar verder dan filosoof kom ik amper als iemand mij vraagt wat mij mij maakt. Ik ben een Pokémaniac, een geld filosoof, een receptionist, een ICT-er, een vriend, een broer, een zoon. Een twijfelaar, een hippie, een denker, een speler. Ik ben aardig, ik kan goed luisteren, ik ben lief, ik wil vrede. Ik hou van muziek en van dansen, ik kan goed uitleggen, ik heb geduld, ik ben traag.

Wat maakt het dat zoiets ogenschijnlijk onbenulligs als een Pokémon toernooi zo veel bij mij los maakt? Waarom kan ik niet gewoon spelen en gelukkig zijn? Ben ik geboren om moeilijk te doen? Is dit alles onderdeel van de strijd die mij zo bijzonder maakt? Ga ik vinden wat ik zoek als ik een van de twee paden bewandel? Wat is het precies dat ik zoek? Wil ik erkenning? Wil ik een schouderklopje?

Als een man die bekend is met extremen, ken ik de gevaren die existentiële dilemma’s met zich meebrengen. Ik kan er in verzanden. Ik kan er in blijven hangen. Wat dat betreft zal het voornamelijk de angst zijn die mij verlamd. Het feit dat er altijd wel iets gebeurd, of ik nu kies of niet. Laat dat laatste nu net mijn levensmotto zijn.

Dus voordat het nog verder uit de hand loopt dan dat het al uit de hand is gelopen, wil ik graag weten waar ik nu tussen wil (moet?) kiezen. Wat zijn de consequenties van mijn onvrede met de huidige gang van zaken? Welke zinnen moet ik verzetten om te komen tot een oplossing die mijn huidige gedrag klaarblijkelijk heeft veroorzaakt? Wat is mijn probleem?

Oorspronkelijk gepubliceerd in Quli op dinsdag 31-01-2017 21:38