Gelukkig zonder computer

Afgelopen weekend heb ik met vrienden een weekend doorgebracht bij een van die vrienden en dat weekend heb ik mijn computer niet gebruikt en ik was gelukkig. Misschien wel handig om er bij te vertellen dat er tijdens dat samenkomen wél heel veel gebruik gemaakt is van (draagbare) spelcomputers. Het heet zelfs een ‘SNES-weekend’. Alleen vind ik dat toch anders, want het is veel socialer. En gezelliger, dat vooral.

Hier wil ik mee aangeven dat ik wel degelijk goed zonder mijn computer kan en dat ik dat apparaat strikt genomen niet nodig heb. Wanneer je dat verbindt met het feit dat ik geld uit geven vrij lastig vindt, zal het je wellicht verbazen dat ik een nieuwe gekocht heb. Het is niet alsof mijn computer stuk is. Soms denk ik dat hij langzaam aan het stuk gaan is, maar dat blijkt wel mee te vallen. Het beestje is wel al ruim 6 jaar oud.

Dat betekent dat de hardware verouderd is en deze hardware was al niet geweldig om mee te beginnen, want een iMac is toch een ‘laptop op pootjes’ die standaard geleverd wordt met specificaties die niet zo geschikt zijn voor het gamen. Nu, daar heb ik met mijn nieuwe exemplaar wat aangedaan.

Mijn iMac 2019 heeft een goede grafische kaart, een grote SSD van 1000 GB en ook extra RAM geheugen dat er nog met de hand ingestoken gaat worden. Het bleek namelijk dat dit later nog aangepast kan worden, dus hoef ik niet meteen hoog in te stappen met het geheugen en ‘bespaar’ ik dus op de initiële kosten van de machine. In totaal zal ik zo’n 24 GB RAM geheugen hebben, dus daar kan ik even mee vooruit!

Dat is ook de bedoeling, want ik wil er minstens 6 jaar mee doen. Liever langer, maar de snelheid waarmee de grafische kaart verouderd is van te voren lastig te zeggen. Misschien kan ik sommige spellen niet spelen over een paar jaar. Nu ben ik niet van plan om heel veel spellen te gaan spelen op mijn computer, want ik speel sowieso weinig. Het is fijn om de optie te hebben en de mogelijkheid om met behulp van Windows nu meer spellen te gaan spelen is ook aanwezig.

Er werd mij op een forum gevraagd waarvoor ik het apparaat ging gebruiken om daarop de specificaties aan te passen. Ja… dat was en is dus een lastige vraag, want ik was gewend dat ik enkel spellen kon spelen die uitkwamen voor macOS. Tegelijkertijd is het ook niet dat ik het apparaat nu opeens vaker ga gebruiken om te gamen, omdat het kán.

Ik heb mijn iMac voornamelijk om muziek te luisteren, te browsen, te e-mailen, iets op te zoeken, nieuws(brieven) te lezen, te discussiëren op fora en gebruik te maken van sociaal netwerken. Oh ja, en chatten, dat doe ik ook. Als ik zo naar mijn Dock kijk dan heb ik daar al 6 chat-apps staan die ik dagelijks tot wekelijks gebruik.

Hierdoor heb ik vaak tal van programma’s open staan. Daarvoor gaat het extra RAM geheugen heel fijn zijn. Dan hoef ik niet meer programma’s te sluiten of me in te houden met tabbladen bij Firefox – alhoewel dat ergens wel een goede gewoonte is, om die te beperken. Je kunt overigens tegenwoordig makkelijker wisselen naar een tabblad die je open hebt staan door ‘% + een trefwoord’ (van dat tabblad) als input te geven in de adresbalk. Erg fijn.

Al met al ben ik vrij tevreden met mijn aankoop en dat mag ook wel, want het wordt mijn grootste aankoop ooit. Er is me dus wel het een en ander aan gelegen dat het goed voor elkaar komt. Veel mensen zouden het een dure aankoop vinden. Ik vind het ook wel prijzig, maar duur kan ik nog niet zeggen. Tenslotte gebruik ik zo’n apparaat dus ook best veel en misschien ga ik het apparaat ook vaker of langer gebruiken.

Nee, ergens is dat geen doel op zich, dus het zou ook fijn zijn als ik het tegelijkertijd vooral op een andere manier zou kunnen gebruiken. Op een manier dat er een venster op de wereld voor mij open gaat, als je begrijpt wat ik bedoel. 😉

Dat doet me denken. De manier waarop ik mijn computer gebruik is juist mijn manier waarop ik gegevens die ik binnen krijg verwerk. Daarvoor is dit blog ook grotendeels bedoelt. Zodat ik zaken waar ik moeite mee heb op een bepaalde manier kan verwerken. Het is niet alsof dit besluit me in de koude kleren is gaan zitten. Ik vond het nogal stressvol.

Had ik al gezegd dat ik in April 2017 begonnen was met sparen voor deze computer? Om even aan te geven dat het totaal geen impulsieve beslissing is geweest en dat ik verwacht had dat ik een half jaar geleden al deze knopen al door had moeten gaan hakken? Ja, het zou goedkoper zijn geweest om twee computers te kopen. Als je al deze onderdelen los koopt ben je ook goedkoper uit, maar dan heb je geen macOS en ik wil dat graag!

Allemaal beslissingen nemen die je op de lange termijn last kan gaan brengen, omdat je nu iets verkeerds beslist. Gelukkig heb ik veel hulp gehad en heb ik er vertrouwen in dat ik de juiste beslissing heb genomen.

Overigens, computers van Apple worden zelden goedkoper, wanneer er nieuwe modellen komen dan gaan de specificaties omhoog. De prijzen blijven daarbij gelijk. Het gebeurt wel eens dat de ‘upgrades’ goedkoper worden, maar ik heb bijvoorbeeld een andere soort SSD gekozen om in de machine te plaatsen en daarbij heb ik ook honderden euro’s bespaard.

Dit kan trouwens de laatste keer zijn dat ik een bijdrage typ voor mijn blog op deze iMac, want ik verwacht dat het apparaat vrijdag aanstaande geleverd wordt. Het bijbehorende geheugen wordt later vandaag al geleverd.

Ik blijf wel typen op het toetsenbord dat ik nu gebruik, want die ruil ik niet in. Ik heb geen behoefte aan een draadloos Bluetooth toetsenbord die niets meer kan dan het toetsenbord dat ik nu gebruik. Ik realiseerde me net dat dat toetsenbord gewoon USB 3.0 heeft en dat ik daar de USB-kabel van mijn iPhone ook gewoon in kan steken. Zo herinner je nog iets!

Mijn opstelling wordt dus steeds netter. Natuurlijk weet ik niet wat ik nog meer met mijn computer zou willen gaan doen in de toekomst. Misschien ga ik ooit video bewerken, maar als ik zie hoe weinig ik al met foto’s doe, lijkt me dat onwaarschijnlijk.

Ja, ik realiseer me dat ik hierdoor nog meer verbonden zal worden aan Apple. Dat is ergens wel raar, om mijn grootste uitgave ten deel te laten vallen aan ’s werelds rijkste multinational terwijl ik toch echt Geld Filosoof ben. Ik weet het niet, misschien is het de privacy, het gebruiksgemak, hoe het allemaal met elkaar werk of zo. Toch, blijft het een zeer kapitalistische multinational.

Ondanks dat zijn de stressniveau’s al wel gedaald. Er is sprake van berusting. Het zal in het begin nog wel spannend zijn, maar vooralsnog is er nu vooral sprake van voorpret. Het typen van dit stukje is gewoon even verwerken en herstellen, zodat ik weer verder kan gaan.

Ik heb deze week nog wel het een en ander te doen, want ik was al langer van plan om mijn computer een beetje digitaal af te stoffen. Stiekem heb ik een heleboel software en documenten op mijn computer staan die niets doen en ook niet meer gebruikt gaan worden, dus dat moet ik nog uitzoeken en/of verwijderen.

Het gaat nu echt gebeuren. Ik ben er klaar voor en ik heb er zin in. Ik mag dan gelukkig zijn zonder computer. Ik ben waarschijnlijk gelukkiger met allebei: soms ben ik gelukkig zónder computer, soms ben ik gelukkig mét een computer. De afwisseling is het best. Het een sluit het ander niet uit.

De gevolgen van Gelukzaligheid [Quli]

De weg kwijt zijn, van het padje af, met je ziel onder je arm lopen, kortom:
Als je jezelf kwijt bent, dan twijfel je aan alles.

Gelukkig ben ik daar bekend mee. Dat wil overigens niet zeggen dat ik even helemaal aan de grond zat en dat ik iemand nodig had die me erdoorheen praatte. Iemand die op het juiste moment de juiste dingen weet te zeggen. Wat is er nu precies aan de hand dan?

Dat is een lang verhaal en wat nu volgt is op zichzelf al een samenvatting van hetgeen er voor gevallen is. Afgelopen zondag was een katalysator. Voor de ingewijden, dit had een soortgelijk effect als een verliefdheid. Vandaar ook de titel van dit stuk.

Meer dan de helft van mijn leven geleden begon ik Pokémon te spelen. Aangezien dat spel uitsluitend om het maken van keuzes gaat, is dat spel uitermate geschikt voor mij. Niet voor niets is mijn levensmotto ‘Keuzes maken de Mens’. Uiteraard was ik meteen verslaafd.

Het besluit om Pokémon te gaan spelen heeft veel impact gehad op mijn leven, niet in het laatst op mijn sociale leven. Vriendschappen werden verbroken en werden geschapen. De game vereniging waarvan ik al meer dan een decennium lid ben, heb ik gevonden door een evenement dat zij indertijd op wilden stellen voor Pokémon.

Kortom, het besluit om samen het spel te gaan spelen heeft mijn leven getekend. Al die jaren ben ik me er niet bewust van geweest dat er een gemeenschap van spelers bestond in Nederland die elkaar bevochten met Pokémon. Daar kwam ik afgelopen zondag dus achter. Ik heb me dan ook goed vermaakt die dag en mijn stemming was op de terugweg zo uitgelaten dat het me niet uitmaakte dat deze 6 uur duurde.

Waarom maakt me dit dan toch zo intens verdrietig? Waarom kan ik niet meer nagenieten van zo’n speciale dag? Waarom maak ik het mezelf zo lastig?

Dat komt doordat mijn zelfvertrouwen een boost heeft gekregen en op de een of andere manier laat mijn ego dit niet toe. Het kan en mag niet zo zijn dat ik me goed over mezelf voel en dat ik trots ben op wat ik bereikt heb, hoe klein dit ook mag zijn. Ik ‘moet weten’ dat zoiets vergankelijk is en dat ik dit alleen maar kon bereiken, omdat mijn vrienden een Pokémon team voor mij hebben gemaakt. Dat ik dit helemaal niet zelf bereikt heb en dat ik zo’n prestatie niet kan verlengen en dat ik niet het doorzettingsvermogen, de daadkracht of de passie heb om verder te gaan dan ik nu ben gegaan.

Dit is voor een groot gedeelte daadwerkelijk waar. Een van de spelers die ik ontmoet heb, heeft zo’n 400 uur in het laatste spel zitten, terwijl ik iets van 75 uur heb gespeeld. Om zo goed te kunnen worden als hij, dien ik simpelweg meer te spelen. De vraag die dan naar boven komt is: ben ik bereid om zoveel tijd in het spel te steken? Wil ik mijn leven aanpassen om de beste van Oisterwijk, van Nederland, van de wereld te worden?

Nee, dat wil ik niet. Mijn leven is me veel te comfortabel zoals het nu is. Het akelige alleen is dat ik dus door een droom die uitkwam, er een grotere droom uit elkaar is gespat. Dat is dus het pijnlijke. Die grove bewustwording dat ik toch niet bereid ben om mijn leven zó aan te passen om ervoor te gaan. Wat in essentie dus betekent dat ik laf ben. Of, aardiger geformuleerd, dat ik mezelf laf vind.

Ik vind namelijk dat je voor je dromen hoort te gaan en dit is mijn oudste droom. Het is veel groter en dieper dan mijn andere passies. Ik weet niet of het mijn roeping is. Ik wil alleen niet oud en gerimpeld zijn om er dan achter te komen dat het juist een week na mijn 32e verjaardag was dat ik ontdekte dat ik wel degelijk een deuk in een pakje boter kon slaan wat betreft de Pokémon metagame.

De Video Game Championships. De enige manier om er achter te komen of dat iets voor mij is, is om het te doen. Nu ik dat gedaan heb, weet ik dat ik het leuk vind en erg aangenaam vind. Tegelijkertijd realiseer ik me dat ik nu op een vork in de weg sta. Of ik blijf met mijn vrienden gezellig (casual) Pokémon spelen of ik ga er helemaal voor en ga regelmatig mee doen met toernooien zodat ik beter word en mezelf kan verbeteren.

De gevolgen van Gelukzaligheid zijn dan dus de consequenties die dit dilemma met zich mee brengt. Ik kan niet mijn gezapige leventje houden zoals het nu is en tegelijkertijd al mijn tijd, energie & geld steken in het bedenken, maken en gebruiken van mijn Pokémon team. Welke route ik ook neem, welke weg ik bewandel, wat ik ook doe – iets moet ‘geven’. Ik kan het niet allemaal hebben…

Hopelijk heb ik het mis en bestaat er een gulden middenweg waarbij ik zo nu en dan mee kan doen aan een toernooitje en toch mijn leven kan behouden zoals het nu is. Tegelijkertijd realiseer ik me dat dat alleen zou betekenen dat ik dan voor de zoveelste keer iets halfslachtig doe. Dit alles doet mij namelijk denken aan hoe ik naar mezelf kijk en wat ik van mezelf vind.

Ik weet niet wat ik ben. Ik weet wel waar ik voor sta, maar verder dan filosoof kom ik amper als iemand mij vraagt wat mij mij maakt. Ik ben een Pokémaniac, een geld filosoof, een receptionist, een ICT-er, een vriend, een broer, een zoon. Een twijfelaar, een hippie, een denker, een speler. Ik ben aardig, ik kan goed luisteren, ik ben lief, ik wil vrede. Ik hou van muziek en van dansen, ik kan goed uitleggen, ik heb geduld, ik ben traag.

Wat maakt het dat zoiets ogenschijnlijk onbenulligs als een Pokémon toernooi zo veel bij mij los maakt? Waarom kan ik niet gewoon spelen en gelukkig zijn? Ben ik geboren om moeilijk te doen? Is dit alles onderdeel van de strijd die mij zo bijzonder maakt? Ga ik vinden wat ik zoek als ik een van de twee paden bewandel? Wat is het precies dat ik zoek? Wil ik erkenning? Wil ik een schouderklopje?

Als een man die bekend is met extremen, ken ik de gevaren die existentiële dilemma’s met zich meebrengen. Ik kan er in verzanden. Ik kan er in blijven hangen. Wat dat betreft zal het voornamelijk de angst zijn die mij verlamd. Het feit dat er altijd wel iets gebeurd, of ik nu kies of niet. Laat dat laatste nu net mijn levensmotto zijn.

Dus voordat het nog verder uit de hand loopt dan dat het al uit de hand is gelopen, wil ik graag weten waar ik nu tussen wil (moet?) kiezen. Wat zijn de consequenties van mijn onvrede met de huidige gang van zaken? Welke zinnen moet ik verzetten om te komen tot een oplossing die mijn huidige gedrag klaarblijkelijk heeft veroorzaakt? Wat is mijn probleem?

Oorspronkelijk gepubliceerd in Quli op dinsdag 31-01-2017 21:38

Eerst moet je boos worden

Dit is een vervolg op:

“Denk je dat het mogelijk is om de wereld realistisch te zien en niet depressief te zijn?”

Aan het eind van dat stuk moest ik heel erg denken aan de film Network. Ik ben namelijk van mening dat het belangrijk is om boos te worden. Daar begint het mee.

Het is niet zozeer belangrijk dat je ergens tegen of voor bent, maar vooral opkomt voor jezelf. Boosheid is een krachtig iets. Het wordt te vaak als negatief beschouwd, terwijl het een van de weinige krachten is die verandering in gang kan zetten.

Verandering is nu net datgene wat we nodig hebben. Als we onszelf niet snel aanpassen, dan komt er verandering die wij niet willen. Verandering is namelijk de enige constante. Het is maar net hoe wij willen dat die verandering er uit komt te zien.

Vooralsnog is het zo dat we nog best veel invloed hebben op hoe die verandering er uit gaat zien, maar dan moeten we wel eisen dat er naar gehandeld wordt. De vraag of hierbij genoeg mensen bereid kunnen vinden om zich in te zetten voor deze positieve verandering is inderdaad maar de vraag.

Belangrijk daarbij is om een goed verhaal te hebben, want verhalen kunnen ons overleven. Ze vertellen later waar wij voor stonden, wat ons motiveerde en wat ons kracht gaf. In die context is het dan ook zeer belangrijk om mensen hoop te geven, want dat is hetgeen dat overblijft.

Alleen eerst… eerst moet je boos worden. Zonder boosheid geef je niet genoeg aan hoe belangrijk het voor je is. Natuurlijk kun je je boosheid niet zomaar oproepen. Het is een hele sterke emotie. Toch… bedenk eens wat er gebeurt als we niet gaan handelen en we blijven voortmodderen zoals we nu doen… zou je daar alleen al niet boos om willen worden?

Zoals in het filmpje wil ik hiermee vooral benadrukken dat het gaat om opkomen voor jezelf. Geef aan dat je de strijd durft aan te gaan. Beken kleur. Laat de wereld weten wat jij ervan vindt. Wanneer je dat gedaan hebt, kun je je gaan concentreren op de manier waarop je verandering wilt bewerkstelligen. Oplossingen zijn namelijk het probleem niet, het is maar welke kant je wilt dat we gaan.

Zolang er maar genoeg mensen zijn die op deze manier boos worden en dit delen met de wereld, is er nog tijd. Genoeg tijd om het tij te keren en onze verantwoordelijkheid te nemen.

Dus daarom zeg ik het nóg één keer:

Word boos

Een illusie armer en een goede vriendschap rijker

Dit is een vervolg op ‘Ga je mee dansen?’

Het is voorbij.

Dat was het natuurlijk al, maar ik was eigenwijs. Ik geloofde blijkbaar zelfs mijn eigen woorden niet. Ik had meer duidelijkheid nodig. Dat heeft ze gegeven.

Dat deed alleen meer pijn dan ik verwacht had. Ik had namelijk het idee dat ik mijn gevoelens voor haar wel een beetje een plek had gegeven. Dat was blijkbaar niet zo. Dat is nogal confronterend. Wat dat betreft lijkt het contact met haar ook erg veel op het contact dat ik in het begin kreeg met ‘de andere twee’.

Ergens is dat heel mooi. Dat weet ik. Alleen vraag ik me nu af of mijn hart het verschil wel ziet tussen een goede vriendschap en, zoals ik dat noem, vriendschap+. Want tja, ik wil niet zomaar een relatie. Ik wil een romantische relatie met als basis daarvan vriendschap. Om de een of andere reden vind ik dat niet veel gevraagd, maar blijkbaar is het dat wel. Ik weet het niet. Misschien doe ik nog steeds iets verkeerd…

Nee, ik denk toch van niet. Het is vooral dat ik het heel erg graag wil en dat ik me vast grijp aan elke strohalm die ik tegen kom. Dat ik niet wil toegeven, dat ik het niet wil loslaten. Dat ik de realiteit té pijnlijk vind en dat ik daarom liever in mijn illusie blijf leven. Cognitieve dissonantie in optima forma. Dus wat dat betreft doe ik wel iets verkeerd. Ik doe mezelf iets aan en dat is iets dat ik mezelf best wel kwalijk kan nemen.

Tegelijkertijd moet ik ook gewoon accepteren dat het zo is. Dát ik dat gedaan heb. Ik weet nog niet of het me lukt om er iets van te leren, want het is nu de derde keer dat mij zoiets in deze mate overkomt. Ik houd van haar, maar ik moet gewoon meer van mezelf houden. Dat ik haar aandacht niet anders interpreteer dan voor wat het is. Oprechte interesse in mijn persoon, zonder dat ze meer wil.

Misschien is het zo dat ik hier nog even mee worstel. Misschien is het ook zo dat het ‘bij de ander’ op zal vallen dat ik graag wil. Het kan zijn dat dit een struikelblok vormt. Alleen ga ik me dat niet te veel kwalijk nemen. Tenslotte is het heel gezond voor een man als hij wat hunkert naar wat liefde, nietwaar?

Mezelf anders presenteren vind ik alleen zo lastig. Er zijn zoveel facetten aan mij en mijn bestaan en hoe ik in het leven sta, dat ik het heel erg lastig vind om in sommige situaties mezelf voor te stellen. Ik weet namelijk nog altijd niet wat mij mij maakt. Ik hoef me niet anders te presenteren dan ik ben, want zolang ik eerlijk ben over wat aan mij gevraagd wordt, dan kom ik best goed over.

Laat ik daar mezelf nu maar aan houden. Dat mensen mij over het algemeen goed gezelschap vinden en dat ik niet veel moeite hoef te doen om hun vriendschap of liefde te krijgen, want zoals gezegd: meedoen is belangrijker dan winnen.

“Ga je mee dansen?”

Dit is een vervolg op ‘De dame van de dansvloer‘.

Ik wist niet dat het nog kon. Ik wist niet dat ik er nog ruimte voor had.

Jaren geleden heb ik de liefde van mijn leven ontmoet. Ik noem haar nog wel eens zo, gekscherend, ook al hebben we nooit iets gehad. 4 jaar daarna heb ik iemand ontmoet waar het ook ontzettend mee klikte. Iemand die je gewoon begrijpt. Die twee delen een speciaal deel van mijn hart.

Ze moeten ruimte maken. Er is iemand die ook recht heeft op dat deel van mijn hart. Iemand die ook van dansen houdt, iemand die me aanvoelt, iemand die me wil begrijpen. Iemand die lekker gek met mij wil doen. Iemand die niet zomaar alles aanneemt, iemand die me uit mijn comfortzone laat stappen zonder dat ik er last van heb.

Iemand die me accepteert zoals ik ben en graag wil weten wat dat inhoudt.

Eerst was ik bang. Dat mijn wens dat het meer kon zijn dan het is, ons contact in de weg zou staan. Ik was namelijk verliefd op haar. Was? Ik ben het ergens nog steeds wel en het zal wel even duren voordat het helemaal weg is, maar een soortgelijk, aangrenzend, gevoel heb ik ook voor de twee eerder genoemde. Iets dat voorbij gaat aan een gewone vriendschap.

Is dat pretentieus? Misschien. Het is in ieder geval ambitieus. Ik wil graag onze band verdiepen. Vermoedelijk is daar voornamelijk tijd voor nodig. Het hoeft namelijk niet meer, meer te worden dan het nu al is. Het is nogal wat voor mij om tot dit inzicht te komen. Dat ik tevreden ben met de gang van zaken en dat ik niet wanhopig op zoek ben naar iets dat niet is.

Wanneer je me dit enkele jaren geleden verteld had dat ik zo’n emotionele gemoedstoestand zou bereiken, dan had ik je waarschijnlijk niet geloofd. ‘Zij die het weten, kunnen het niet uitleggen. Zij die het niet weten, kunnen het niet begrijpen.’ Die stelling is erg van toepassing nu.

Nee, helemaal snappen doe ik het ook nog niet, maar begrijpen des te meer. Het is niet alsof ik al die jaren geleden iets verkeerds gedaan heb. Ik wist gewoon niet beter. Tegelijkertijd zou het niet uitgemaakt hebben als ik toen wat anders had gedaan, want de liefde was niet, op die manier, wederzijds. Het is alleen wel zo dat ik mezelf dan een hoop lijden had kunnen besparen, maar men zegt wel eens dat je zonder pijn niet kunt groeien.

Nu staat ik er wat meer ambivalent in. Wat meer nonchalant als je wil. Het is niet dat het me niet interesseert, integendeel, maar ik snap beter waarom ze zeggen dat je het spel dient te spelen, maar zonder proberen te winnen, want het spel, op zich, is het doel.

Dus ja, ik ga graag mee dansen, want tenslotte is “Ga je mee dansen?” een hele andere soort vraag dan “Wil je met mij dansen?”.

Ik wist niet dat het nog kon, maar zij maakt het verschil.

De kracht van verhalen

Verhalen zijn er om verteld te worden. De manier waarop een verhaal verteld wordt, is bepalend hoe de boodschap van dat verhaal overkomt. De boodschapper is daaraan ondergeschikt. Sterker nog, bij veel verhalen is het niet eens duidelijk wie het als eerste vertelde.

Tegelijkertijd zijn er ook tal van verhalen die worden verteld door de mensen die ze ook zelf daadwerkelijk meegemaakt hebben. Helaas wil dat niet zeggen dat er dan beter naar deze verhalen geluisterd wordt. Daarom is het soms beter als verhalen worden omgezet in fictie, dat kan beter zijn voor de boodschap.

Het gevaar daaraan is alleen dat sommigen dan van mening zijn dat het dan enkel nog slechts vermaak is. We horen gedurende een dag tegenwoordig zoveel verhalen dat we sufweg niet de tijd hebben om aan elk verhaal evenveel aandacht te geven. Dat stemt mij treurig.

Reflecteren op een verhaal vind ik namelijk heel belangrijk. Wanneer je dit namelijk niet doet, boet het verhaal in kracht in. Misschien gaat de boodschap van het verhaal helemaal verloren of benadert het enkel je onderbewuste.

Qua fictie blijven mij sommige verhalen uit mijn jeugd mij erg bij. Het verhaal Lees dit niet! houdt me nog steeds bezig. In dat verhaal wordt er gesteld dat iets alleen echt gebeurd is als het verteld is en, juist in dit verhaal, omgekeerd: alleen als het verteld wordt, dan gebeurt het. Het verhaal stimuleert je zelfs om te stoppen met lezen, zodat het niet gebeurt!

De serie Griezelbus maakte mij bekend met het fenomeen ‘De Andere Werkelijkheid’. Deze AW zou bestaan naast onze eigen werkelijkheid en zo zijn eigen regels en wetten kennen en nooit echt worden gekend door ons.

Nog los van de discussie of dit nu lariekoek is of niet, is het een feit dat door dit soort verhaaltechnieken te gebruiken een verhaal extra sterk over kan komen. Of juist niet. Dat ligt aan de manier waarop de boodschap ontvangen wordt en vooral daar zit de uitdaging.

Hoe kun je een verhaal vertellen op zo’n manier dat je je boodschap kunt overbrengen op je beoogde publiek? Bovendien dien je ook nog eens te voorkomen dat men er niet vandoor gaat met de betekenis van je verhaal. Het is vrij lastig om je verhaal mooi, sterk & duidelijk te vertellen.

Toch blijven we het proberen, want een verhaal kan ons overleven. We mogen als mensen dan niet voor eeuwig leven, onze verhalen gelukkig wel.

“Denk je dat het mogelijk is om de wereld realistisch te zien en niet depressief te zijn?”

Deze vraag werd mij gesteld door een goede vriendin van me. Mijn eerste antwoord was: “Jazeker”. Daar nam ze, terecht, alleen geen genoegen mee. Vandaar dat ik dit nu typ, want ik ga uitleggen hoe ik dit nu zie.

Laat ik voorop stellen dat het mij niet is gelukt, indertijd. Het is heel moeilijk om jezelf staande te houden als je beseft hoe de wereld in elkaar steekt. Dat wil alleen niet zeggen dat het niet mogelijk is. Je moet alleen wel heel stevig in je schoenen staan en zelfs dan…

Een van de weinige overtuigingen die je dient te bezitten is een ongelooflijk geloof (in de vooruitgang van) / (in) de mensheid. Statistisch gezien gaat het ons steeds beter af. Tegelijkertijd leven we op geleende tijd. We zijn de aarde aan het uitputten op zo’n tempo die we letterlijk niet vol kunnen houden.

De vraag is hoe we daarmee om dienen te gaan. Bedenk je vooral dat het lijden in onze huidige wereld niet groter is dan het voorheen is geweest. We zijn er ons sufweg alleen meer bewust van. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we onze kop in het zand moeten steken. Ik wil er vooral mee zeggen dat de mensheid al wel eens eerder grote problemen heeft overleefd.

“Resultaten behaald in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, maar bieden wel (ijdele) hoop.”

Natuurlijk weet ik niet om wat voor hoop het hier gaat, maar er zijn gewoon heel veel lichtpuntjes. Het is alleen lastig om ze te zien. Bovendien zijn ze ook nog eens slecht op waarde te schatten. Om zo’n periode als de huidige te ‘overleven’ dien je te beseffen dat, ondanks alles, de wereld het leven waard is.

Dat is alleen vrij lastig. Het overkoepelende model dat nu gehanteerd wordt, neoliberalistisch hyperkapitalisme, biedt gewoon weinig zingeving uit zichzelf. Dat moeten wij mensen zelf doen. Dat is alleen zo’n grote verantwoordelijkheid dat je daar zelf haast al depressief van wordt.

Mijn voorstel, mijn ideaal, is dan ook om ervoor te zorgen dat dit model afgedankt wordt door ervoor te zorgen dat de factor kapitaal minder belangrijk wordt. Als we geld kunnen hervormen, dan verandert het hele stelsel, mits het goed gedaan wordt. Natuurlijk betekent dat iets ‘kan’ natuurlijk niet meteen dat iets gebeurt, maar het geeft mij wel een goed doel in het leven. Iets om voor te streven.

In zekere zin is het dus wel heel belangrijk om ergens in te geloven, want je kunt niet wéten dat het goed komt. Je hebt enkel je geloof. Dat doet mij dan weer denken aan ‘vertrouwen hebben in de economie’, maar dat is een heel ander onderwerp.

Klaarblijkelijk heb ik geen concreet voorbeeld waaruit blijkt dat dit vertrouwen ergens op gestoeld is. Het is alleen wel zo dat dit geloof mij staande houdt. Alleen als je net ontdekt hoe de wereld in elkaar steekt, kan het nogal overweldigend zijn.

Daarom is het wel mogelijk dat iemand zich staande houdt tijdens die ontdekkingstocht, maar niet waarschijnlijk. Om te beginnen dient iemand dus al een hoop zelfvertrouwen hebben, geloven dat het goed komt en het leed van anderen kunnen ‘weerstaan’. Als je erg empathisch bent, is dit vrij lastig.

Depressie lijkt mij niet het grootste probleem waar dit alles toe kan leiden. Apathie is nog veel erger. Mensen gaan gewoon door met hun leven alsof er niets verandert is, alsof ze niet geraakt zijn door wat ze hebben geleerd.

Het is namelijk sufweg geen probleem meer als iedereen zou erkennen wat het probleem was. Als iemand dus de wereld realistisch ziet, goed in zijn of haar schoenen staat, vertrouwen heeft in de mensheid, zich realiseert dat wij ook andere problemen hebben opgelost, dan hoeft die persoon helemaal niet depressief te worden.

Boosheid is logischer. Tenslotte is dat hetgeen wat verandering kan veroorzaken – samen met liefde voor de mensheid. Veel van onze problemen hebben we zelf geschapen en kunnen we dus ook zelf oplossen. Dat de natuur nu aangeeft dat we moeten opschieten, is misschien net die externe motivatie die wij nodig hebben om ervoor te zorgen dat wij op deze planeet kunnen blijven met z’n allen.

Interne Dialoog [Quli]

Filosoof word je. Het is een manier van denken die je jezelf aan kunt leren. De leeftijd waarop je jezelf dit aanleert kan nogal verschillen.

Bij mij was dit nogal vroeg. Ik heb al vroeg in mijn leven methodes geleerd waarmee ik situaties kon analyseren. Dit is niet zomaar gebeurd. Vanwege mijn lage praktische intelligentie en mijn traagheid, was het voor mij noodzakelijk om te leren van anderen.
Leren van je eigen fouten is één ding, maar leren van de fouten van anderen is iets totaal anders. Voordat je zoiets überhaupt kunt doen, dien je je af te vragen waarom mensen de dingen doen die ze doen. Dat alleen al kan een dagtaak zijn en observeren is een methode om daar te komen.

Tijdens mijn kleuterperiode heb ik dan ook weinig tot niet gespeeld zoals andere kinderen dat deden. Ik vond het al leuk om te kijken hoe anderen speelden. Dat wil niet zeggen dat ik daar altijd veel van leren, ik kan nogal altijd niet fatsoenlijk vouwen of knippen of zelfs maar schrijven, maar gedachte experimenten ben ik al vroeg mee begonnen. Nee, ik weet niet wanneer dat precies is begonnen, maar dat ik op mijn 8e al de bewuste keuze nam om vegetariër te worden, omdat ik het zielig vond voor de diertjes zegt wel iets over mijn eigen beweegredenen.

Omgeving is alles en daarom is context erg belangrijk. Mensen handelen nooit in een vacuüm. Er zijn altijd mitsen en maren en het is daarom ook lastig om vuistregels of handvaten vast te stellen. Toch is het soms noodzakelijk dat je kunt kiezen zonder dat je alle gegevens voorhanden hebt. Tenslotte kun je niet alles technisch benaderen.

Zo zijn er situaties die je diep na laten denken als je je daarvoor open stelt.
Een methode die ik graag toepas is de dialoog.

Tijdens de dialoog beschouw je een situatie vanuit verschillende perspectieven en neem je verschillende rollen aan, zodat je kunt achterhalen wat verschillende mensen zouden kunnen vinden van deze situatie. Wanneer de rollen duidelijk zijn, kun je je personages hun stellingen laten poneren en met elkaar in debat laten gaan. Aangezien dit in je eigen hersenpan en / of bewustzijn plaatsvindt is er dan sprake van een interne dialoog.

Deze methode heeft nadelen. De uitkomst van zo’n debat is niet helemaal betrouwbaar, maar het is een goede manier om achter verschillende mogelijkheden te komen. Het is veel beter als je deze exercitie herhaalt met anderen om te achterhalen of je ontdekkingen kloppen, maar er zijn talrijke situaties waarin dit niet mogelijk is. Bovendien is het een traag besluitvormingsproces.

Tegelijkertijd kun je hierdoor veel begrip krijgen voor anderen. Je snapt beter waarom mensen de dingen doen die ze doen. Soms komt het ook voor dat de mensen in kwestie dankzij mij er achter komen waarom ze die dingen doen die ze doen, maar dat is bijvangst. Niet iedereen leeft zo bewust als ik…

Helaas kan deze methode zelfs gevaarlijk zijn. Soms probeer ik het namelijk toe te passen op mezelf om te achterhalen waarom ik iets wil. Dit zorgt voor een splitsing in mezelf waardoor ik op de gekste momenten na kan gaan denken over iets wat op dat moment helemaal niet relevant is én het kan er dus voor zorgen dat ik vastloop. Dit kan gebeuren over ogenschijnlijke triviale zaken als het wel of niet meenemen van een voorwerp tot het komen van een beslissing van een aankoop. Die laatste speelt nu bijvoorbeeld, aangezien ik aan het overwegen ben om een nieuwe telefoon te kopen – iets wat overigens totaal geen financiële overweging meer is, maar dat terzijde.

Mocht het bovenstaande al verontrustend klinken, bedenk dan wat er gebeurd als mijn beoordelingsvermogen versneld is… Wanneer ik manisch ben, maak ik nog veel meer gebruik van de interne dialoog, waardoor ik in staat ben om te ‘weten’ wat mensen gaan zeggen voordat ze het daadwerkelijk zeggen, aangezien mijn gedachtes dan zo snel gaan als een GO-computer (bij wijze van spreken natuurlijk, een GO-computer heeft geen gedachtes 😉 Nee, ik gebruik wel een soort van algoritmes, maar ik weet niet hoe ik dan precies ‘functioneer’.).

Gelukkig kan ik steeds beter aanvoelen wanneer ik die kant op ga of wanneer ik over-analyseer. Het lukt me ook steeds beter om het te laten wanneer het niet belangrijk is. Zo heb ik bijvoorbeeld besloten om de verschillen tussen een boek en de bijbehorende film niet uit te gaan zoeken, simpelweg omdat ik daar toch niet vrolijker van word en het niets veranderd aan één van beiden. Dat is iets dat ik op de harde manier heb moeten leren overigens.

Om mijn gezondheid in goede banen te leiden in verhouding tot bovenstaande gebruik ik muziek. Het heeft niet zo zeer een helende werking, maar eerder een … wat is het woord?
Het biedt een bepaald kader, een anker, een verbinding met de realiteit. Het is een vorm van structuur die ik zelf op kan roepen en zelf aan kan passen die tóch een vorm van willekeur in zich heeft.
Daarover ongetwijfeld later meer.

Oorspronkelijk gepubliceerd in Quli op zaterdag 26-03-2016 23:53