“Denk je dat het mogelijk is om de wereld realistisch te zien en niet depressief te zijn?”

Deze vraag werd mij gesteld door een goede vriendin van me. Mijn eerste antwoord was: “Jazeker”. Daar nam ze, terecht, alleen geen genoegen mee. Vandaar dat ik dit nu typ, want ik ga uitleggen hoe ik dit nu zie.

Laat ik voorop stellen dat het mij niet is gelukt, indertijd. Het is heel moeilijk om jezelf staande te houden als je beseft hoe de wereld in elkaar steekt. Dat wil alleen niet zeggen dat het niet mogelijk is. Je moet alleen wel heel stevig in je schoenen staan en zelfs dan…

Een van de weinige overtuigingen die je dient te bezitten is een ongelooflijk geloof (in de vooruitgang van) / (in) de mensheid. Statistisch gezien gaat het ons steeds beter af. Tegelijkertijd leven we op geleende tijd. We zijn de aarde aan het uitputten op zo’n tempo die we letterlijk niet vol kunnen houden.

De vraag is hoe we daarmee om dienen te gaan. Bedenk je vooral dat het lijden in onze huidige wereld niet groter is dan het voorheen is geweest. We zijn er ons sufweg alleen meer bewust van. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we onze kop in het zand moeten steken. Ik wil er vooral mee zeggen dat de mensheid al wel eens eerder grote problemen heeft overleefd.

“Resultaten behaald in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, maar bieden wel (ijdele) hoop.”

Natuurlijk weet ik niet om wat voor hoop het hier gaat, maar er zijn gewoon heel veel lichtpuntjes. Het is alleen lastig om ze te zien. Bovendien zijn ze ook nog eens slecht op waarde te schatten. Om zo’n periode als de huidige te ‘overleven’ dien je te beseffen dat, ondanks alles, de wereld het leven waard is.

Dat is alleen vrij lastig. Het overkoepelende model dat nu gehanteerd wordt, neoliberalistisch hyperkapitalisme, biedt gewoon weinig zingeving uit zichzelf. Dat moeten wij mensen zelf doen. Dat is alleen zo’n grote verantwoordelijkheid dat je daar zelf haast al depressief van wordt.

Mijn voorstel, mijn ideaal, is dan ook om ervoor te zorgen dat dit model afgedankt wordt door ervoor te zorgen dat de factor kapitaal minder belangrijk wordt. Als we geld kunnen hervormen, dan verandert het hele stelsel, mits het goed gedaan wordt. Natuurlijk betekent dat iets ‘kan’ natuurlijk niet meteen dat iets gebeurt, maar het geeft mij wel een goed doel in het leven. Iets om voor te streven.

In zekere zin is het dus wel heel belangrijk om ergens in te geloven, want je kunt niet wéten dat het goed komt. Je hebt enkel je geloof. Dat doet mij dan weer denken aan ‘vertrouwen hebben in de economie’, maar dat is een heel ander onderwerp.

Klaarblijkelijk heb ik geen concreet voorbeeld waaruit blijkt dat dit vertrouwen ergens op gestoeld is. Het is alleen wel zo dat dit geloof mij staande houdt. Alleen als je net ontdekt hoe de wereld in elkaar steekt, kan het nogal overweldigend zijn.

Daarom is het wel mogelijk dat iemand zich staande houdt tijdens die ontdekkingstocht, maar niet waarschijnlijk. Om te beginnen dient iemand dus al een hoop zelfvertrouwen hebben, geloven dat het goed komt en het leed van anderen kunnen ‘weerstaan’. Als je erg empathisch bent, is dit vrij lastig.

Depressie lijkt mij niet het grootste probleem waar dit alles toe kan leiden. Apathie is nog veel erger. Mensen gaan gewoon door met hun leven alsof er niets verandert is, alsof ze niet geraakt zijn door wat ze hebben geleerd.

Het is namelijk sufweg geen probleem meer als iedereen zou erkennen wat het probleem was. Als iemand dus de wereld realistisch ziet, goed in zijn of haar schoenen staat, vertrouwen heeft in de mensheid, zich realiseert dat wij ook andere problemen hebben opgelost, dan hoeft die persoon helemaal niet depressief te worden.

Boosheid is logischer. Tenslotte is dat hetgeen wat verandering kan veroorzaken – samen met liefde voor de mensheid. Veel van onze problemen hebben we zelf geschapen en kunnen we dus ook zelf oplossen. Dat de natuur nu aangeeft dat we moeten opschieten, is misschien net die externe motivatie die wij nodig hebben om ervoor te zorgen dat wij op deze planeet kunnen blijven met z’n allen.

Interne Dialoog [Quli]

Filosoof word je. Het is een manier van denken die je jezelf aan kunt leren. De leeftijd waarop je jezelf dit aanleert kan nogal verschillen.

Bij mij was dit nogal vroeg. Ik heb al vroeg in mijn leven methodes geleerd waarmee ik situaties kon analyseren. Dit is niet zomaar gebeurd. Vanwege mijn lage praktische intelligentie en mijn traagheid, was het voor mij noodzakelijk om te leren van anderen.
Leren van je eigen fouten is één ding, maar leren van de fouten van anderen is iets totaal anders. Voordat je zoiets überhaupt kunt doen, dien je je af te vragen waarom mensen de dingen doen die ze doen. Dat alleen al kan een dagtaak zijn en observeren is een methode om daar te komen.

Tijdens mijn kleuterperiode heb ik dan ook weinig tot niet gespeeld zoals andere kinderen dat deden. Ik vond het al leuk om te kijken hoe anderen speelden. Dat wil niet zeggen dat ik daar altijd veel van leren, ik kan nogal altijd niet fatsoenlijk vouwen of knippen of zelfs maar schrijven, maar gedachte experimenten ben ik al vroeg mee begonnen. Nee, ik weet niet wanneer dat precies is begonnen, maar dat ik op mijn 8e al de bewuste keuze nam om vegetariër te worden, omdat ik het zielig vond voor de diertjes zegt wel iets over mijn eigen beweegredenen.

Omgeving is alles en daarom is context erg belangrijk. Mensen handelen nooit in een vacuüm. Er zijn altijd mitsen en maren en het is daarom ook lastig om vuistregels of handvaten vast te stellen. Toch is het soms noodzakelijk dat je kunt kiezen zonder dat je alle gegevens voorhanden hebt. Tenslotte kun je niet alles technisch benaderen.

Zo zijn er situaties die je diep na laten denken als je je daarvoor open stelt.
Een methode die ik graag toepas is de dialoog.

Tijdens de dialoog beschouw je een situatie vanuit verschillende perspectieven en neem je verschillende rollen aan, zodat je kunt achterhalen wat verschillende mensen zouden kunnen vinden van deze situatie. Wanneer de rollen duidelijk zijn, kun je je personages hun stellingen laten poneren en met elkaar in debat laten gaan. Aangezien dit in je eigen hersenpan en / of bewustzijn plaatsvindt is er dan sprake van een interne dialoog.

Deze methode heeft nadelen. De uitkomst van zo’n debat is niet helemaal betrouwbaar, maar het is een goede manier om achter verschillende mogelijkheden te komen. Het is veel beter als je deze exercitie herhaalt met anderen om te achterhalen of je ontdekkingen kloppen, maar er zijn talrijke situaties waarin dit niet mogelijk is. Bovendien is het een traag besluitvormingsproces.

Tegelijkertijd kun je hierdoor veel begrip krijgen voor anderen. Je snapt beter waarom mensen de dingen doen die ze doen. Soms komt het ook voor dat de mensen in kwestie dankzij mij er achter komen waarom ze die dingen doen die ze doen, maar dat is bijvangst. Niet iedereen leeft zo bewust als ik…

Helaas kan deze methode zelfs gevaarlijk zijn. Soms probeer ik het namelijk toe te passen op mezelf om te achterhalen waarom ik iets wil. Dit zorgt voor een splitsing in mezelf waardoor ik op de gekste momenten na kan gaan denken over iets wat op dat moment helemaal niet relevant is én het kan er dus voor zorgen dat ik vastloop. Dit kan gebeuren over ogenschijnlijke triviale zaken als het wel of niet meenemen van een voorwerp tot het komen van een beslissing van een aankoop. Die laatste speelt nu bijvoorbeeld, aangezien ik aan het overwegen ben om een nieuwe telefoon te kopen – iets wat overigens totaal geen financiële overweging meer is, maar dat terzijde.

Mocht het bovenstaande al verontrustend klinken, bedenk dan wat er gebeurd als mijn beoordelingsvermogen versneld is… Wanneer ik manisch ben, maak ik nog veel meer gebruik van de interne dialoog, waardoor ik in staat ben om te ‘weten’ wat mensen gaan zeggen voordat ze het daadwerkelijk zeggen, aangezien mijn gedachtes dan zo snel gaan als een GO-computer (bij wijze van spreken natuurlijk, een GO-computer heeft geen gedachtes 😉 Nee, ik gebruik wel een soort van algoritmes, maar ik weet niet hoe ik dan precies ‘functioneer’.).

Gelukkig kan ik steeds beter aanvoelen wanneer ik die kant op ga of wanneer ik over-analyseer. Het lukt me ook steeds beter om het te laten wanneer het niet belangrijk is. Zo heb ik bijvoorbeeld besloten om de verschillen tussen een boek en de bijbehorende film niet uit te gaan zoeken, simpelweg omdat ik daar toch niet vrolijker van word en het niets veranderd aan één van beiden. Dat is iets dat ik op de harde manier heb moeten leren overigens.

Om mijn gezondheid in goede banen te leiden in verhouding tot bovenstaande gebruik ik muziek. Het heeft niet zo zeer een helende werking, maar eerder een … wat is het woord?
Het biedt een bepaald kader, een anker, een verbinding met de realiteit. Het is een vorm van structuur die ik zelf op kan roepen en zelf aan kan passen die tóch een vorm van willekeur in zich heeft.
Daarover ongetwijfeld later meer.

Oorspronkelijk gepubliceerd in Quli op zaterdag 26-03-2016 23:53