Geduld is een van mijn betere eigenschappen. In Prince of Persia: The Lost Crown wordt dit beloond. Mijn volhardendheid zorgde ervoor dat ik telkens het spel weer verder speelde. Het aantal keren dat ik het spel gespeeld heb ligt hoger dan het aantal uur dat ik erin gestopt heb. Bovendien ben ik veel vaker ‘Game Over’ gegaan dan het aantal speelsessies dat ik heb gehad.
Tevens is het aantal keren dat ik vast heb gezeten ook erg hoog. Naast bij puzzels die ik maar niet snapte hoe ze moesten, bazen die ik maar niet kon verslaan, werd het spel ook langzaamaan steeds moeilijker. Het spel heeft me uitgedaagd op een manier die ik nog niet kende.
Nu ben ik iemand die ongeregeld speelt. Dat zegt overigens weinig over mijn toewijding aan een spel. Wanneer een spel mij grijpt, ben ik in staat het gedurende een langere periode steeds weer op te pakken. Ik speel wel relatief korte sessies, meestal minder dan 2 uur. Bedenk daarbij dat ik dit ook niet eens dagelijks doe en dan zul je wellicht begrijpen dat ik PoP:TLC ‘slechts’ 80 uur gespeeld heb over een periode van iets meer dan een jaar.
Vroeger vond ik Prince of Persia ook al een leuke reeks. Prince of Persia: The Shadow and The Flame vond ik fantastisch. Dat was een 2D platformspel. Alleen voordat The Lost Crown uitkwam zijn er vooral 3D spellen van Prince of Persia verschenen en dat spreekt mij veel minder aan, omdat de gameplay dan heel anders is.
Qua gameplay lijkt The Lost Crown slechts deels op The Shadow and The Flame, maar ze hebben de goede kenmerken overgenomen en een heleboel elementen toegevoegd die naar mijn mening allemaal goed uitgewerkt zijn. Het is een ander verhaal, het spel is nu een metroidvania en het spel is veel groter. Wat ook een prettige verandering is, is dat je niet steeds zaken hoeft te doen die je al gedaan hebt. Gehaald is gehaald.
Dit betekent overigens niet dat je niet dient te bewijzen dat je iets kan. Het spel leert je namelijk vaardigheden aan. Ik werd dus steeds terug geworpen op kennis en vaardigheden die ik eerder geleerd had tijdens het spelen. Zo’n leercurve vind ik blijkbaar erg aangenaam. Uiteindelijk ben ik ook alle geheimen gaan halen, omdat ik zo’n plezier beleefde aan het spel.
Terwijl ik dit type ben ik aan het einde van Mask of Darkness, de betaalde ‘downloadable content (dlc)’, van het spel. Ondanks dat ik de baas daarvan nog niet verslagen heb, weet ik inmiddels dat dit spel mijn nieuwe favoriete spel is. Dat is bijzonder, want ik had al decennialang hetzelfde spel als mijn favoriete spel: Day of the Tentacle, een spel dat bijzonder genoeg uit hetzelfde jaar komt als The Shadow and The Flame.
Nu weet ik niet of ik die twee laatste spellen überhaupt in 1993 gespeeld heb, want toen was ik pas 8, maar het geeft wel aan dat er veel voor nodig is om mij een ander spel als favoriet te laten kiezen. Ik weet ook niet hoeveel keren ik The Lost Crown door ga spelen, want een groot deel van de ervaring bij zoiets als TLC zit ‘m in het voor het eerste keer doen en halen. De bevrediging die ik ervaarde wanneer ik iets eindelijk haalde was geregeld zaligmakend.
De gratis ‘dlc’ bestaat uit een verzameling losse, extra moeilijke, uitdagingen. Daar heb ik er nog geen enkele van weten te halen, maar aangezien daar geen verhaal aan verbonden zit, zal dit mijn oordeel over het spel amper beïnvloeden. Er is een kans dat ik (op een ander systeem) ooit het spel op een hoger niveau nog eens doorspeel, om te kijken hoe ik het spel dan ervaar.
Verder wil ik nog kwijt dat er meerdere vrienden zijn die mij geholpen hebben aan deze ervaring. De eerste geloofde dat ik beter was in gamen dan ik zelf dacht, een tweede liet mij The Lost Crown spelen, een derde vriend gaf het mij cadeau, een vierde vriend keek mee toen ik het hoofdverhaal voor het eerst uitspeelde. Het is ergens wel jammer dat ik nooit namen van mensen noem op mijn blog.